aan mijn voor het bedrag ad f. 428,50 voor we
gens Ano Po geleverde steenen op Amst. op 1
of 2 m dato per aanwijzing geliefde over te ma
ken, waarmede Ued een bijzondere dienst zal
veroorzaken, maar gelief dan tevens om onze
relatie gezond te houden door mij een nieuwe
commissie van Ued geliefve te vereeren".
RISKANT?
Op deze manier handel drijven zou vandaag de
dag een bedrijf spoedig naar de afgrond bren
gen! Op 28 mei 1841 plaatsen de Gebroeders
wederom een order die reeds op 2 juni van dat
jaar afgeleverd wordt. Terwindt schrijft hen: "dat
ik heden twee scheepjes te zamen ruim 40 mil
ladende f. 2,60 per duizend, heb aangenomen
die volgens UwEd aangename orders zullen be
vracht worden". Zowel bleekrood als best boer-
grauw is niet meer voorradig maar wel een grote
lading 2e soort boergrauw die hij bereid is voor
f. 8,25 per duizend te leveren. Ofschoon Ter-
windt zijn offertes en rekeningen adresseert aan
de heren Gebr.Janzen "aannemers van publieke
werken" heeft hij uit ingewonnen informaties
vernomen dat zij "niet alleen wel eens voor 's
Rijks werken maar tevens bezonder ook voor
particulieren bouw stenen gebruiken". Daarom
neemt hij de vrijheid "ten einde onze pas begon
nen relatie niet wederom in eens komt te ver
vliegen" een zeer scherp gestelde offerte te
maken. Hij biedt aan enige scheepsladingen te
leveren van de vlakke klinkert, goed op kleur, a
f. 12,75 per 1000 franco, dito het Hard Grauw
a f. 11,75, dito Boere Grauw f. 11,00 alsmede
het Best Gevelgraauw voor f. 12,25, alles voor
werken te Nieuwediep mits tegen contant door
af te geven wissels in dato van elke geleverde
lading steen. Waarschijnlijk maakten de Janzens
van deze aanbieding geen gebruik, want 26
januari 1842 dient Terwindt een rekening in
a f. 801,05. Wederom vlot de betaling niet naar
wens, want op 7 juni d.a.v. verzoekt hij om be
vestiging en accoordbevinding van deze nota.
Ondanks alles verzoekt hij toch om een kleine
commissie uit "de zomer gebak" aan hem op te
dragen waaruit hij binnen vier weken verwacht
te kunnen leveren. "Gaarne wenschte ik met UEd
de tusschen ons aangeknoopten handel gaande
te houden al was het ook voor de kleine partij
tjes". Liepen de zaken minder goed of was er
een kaper op de kust? Het is moeilijk te zeggen
want over een periode van 25 jaar ontbreekt de
correspondentie. Mocht de zakelijke relatie ver
broken zijn wat onwaarschijnlijk is, dan werd
deze toch in een andere vonn voortgezet.
HUWELIJK
Op 10 september 1867 trouwden de zoon van
Johannes Stefanus Janzen, Henri en Marie Ter
windt, dochter van Derk en Everdina J.Nass te
Doomenburg terwijl een jaar later, op 11 augus
tus 1868 te Den Helder Arnold Terwindt, Cor-
nelia Janzen tot zijn echtgenote maakte. Evenals
zijn vader en grootvader was hij steenfabrikant.
Sindsdien is de zakelijke relatie veranderd. De
aanhef van de brieven uit Pannerden luidt: "Be
minde zoon Henri en Marie". Op 11 juni 1870
is moeder Janzen-Walraven in West-Pannerden
om haar dochter en schoonzoon op te zoeken en
aan zijn grootvader Derk verslag uit te brengen
van de geboorte van zijn kleinzoon Gustaaf
Janzen aan het Nieuwediep. De Frans-Duitse oor
log van 1870 veroorzaakte een Europese crisis.
Een algehele prijsverlaging had zich voorgedaan:
"daarvan zal hout en steen niet uitgezonderd blij
ven, te minste wij gevoelen zulks". Ook in Prui
sen heerste werkloosheid: "liever verkopen als
kopen, aber die Steinen da gehn auch nicht mer
zo snel". Als vader Janzen zich van de interna
tionale toestand te veel aantrekt schrijft Derk Ter
windt op 12 januari 1874 aan zijn schoonzoon
en dochter: "die goede man, hij moest niets meer
doen, nog niet meer om denken en onthouden
aan die Elend in deze wereld, want dat blijft maar
zo doorgaan". Derk Terwindt bleef ondanks dat
alles nog vele jaren stenen bakken. Op 77 jarige
leeftijd overleed hij op 26 september 1881 te
Doomenburg. Zijn vriend en zakenrelatie Joh.
Stephanus Janzen werd nog 12 jaar ouder en
overleed te Nieuwediep op 14 maart 1890.
M.M.J. HOOGENBOSCH