.rjr
~i t'
i_
v- jST
gen. De Roggesloot, al in 1685 ver
meld als Rogtsloot, viel hier ook
onder. Deze sloot, aan de oostkant van
de Helder, liep vanaf de zeedijk (aan
het Marsdiep) het Nieuwe Landt in
tot aan een dam op de Laan.
Misschien werd deze zandweg ver
noemd naar een brede zandbank die
tussen de Helder en Texel lag, haaks
op de weg met de gelijknamige naam.
De Laan zou tot in de Tweede We
reldoorlog deel uitmaken van de wijk
"Ouwe Helder" en door de Duitse be
zetter afgebroken worden. De Roggesloot had
een lengte van zo'n 51 roeden (244 meter) en
moest in 1798 weer van riet, vuil en kroos
gesloot worden. Reijer de Jager voerde het werk
uit voor elf stuivers de roede, "de wijte van de
sloot moet zijn agt voeten en op de bodem drie
voeten, de sloot moet uijtgestooken worden tot
op de vaste bodem die als vanouds daar gevon
den word". De sloten werden niet alleen onder
houden. Als een afwatering niet meer nodig
was werd hij gedempt. Zoals in 1738 "int Oude
Land de sloot weg te doen bij Engewiel".
Het Engewiel was een binnenwater dat over
gebleven was na, waarschijnlijk, de dijkbreuk
van de oude Marsdiep-zeedijk van 1622. Het
wiel zou nu gedeeltelijk op het noordelijke ter
rein van fort Erfprins gelopen hebben, tot in
het Marsdiep. Dit water is door de huidige
Marsdiepdijk van 1750 uitgedijkt, het binnen-
dijkse gedeelte is door de aanleg van fort Erf
prins (vanaf 1812) verloren gegaan.
De Duijnsloot
De zuidelijker gelegen Duijnsloot "langs de
Graaflijkheijts duijn tusschen Huijsduijnen en
Heijlgarn" werd ook door de dijkgraaf en heem
raden in goede staat gehouden. De sloot liep
oost-westwaarts vanaf het buurtschap Heijlig-
ham naar een "kleijn parkje aan t Hof van cas-
teleijn Jacob Dekker". Met "park" duidde men
in dit geval een stuk land in de Kooghpolder
aan. Dit is later bekend geworden als de Tuin
tjes, aan de huidige Tuintjesweg te Huisduinen.
In 1757 moest de sloot weer "5 voeten bene
den t maaijveld" diep worden en "de wijte diep
te" dus ook vijf voet breed. Oostelijk van het
het oude kerkhof liep de sloot tot aan de lan
derijen van het, ten zuiden van Heijligharn gele
gen, weeshuis genaamd "weeslant van Kaaijke
tot het Aaf dam toe". Omdat de lange sloot
langs verschillende stukken land liep werd het
werk ook in gedeelten aanbesteed. Er werkten
dan ook een aantal aannemers aan de sloot,
maar Harmen de Maaijer haalde met zijn laag
ste inschrijvingen het meeste werk binnen. Hij
moest, net als zijn collega's "de kante des sloots
te schuijnen en afte gluijen, de aarde moeten
smakken (met een schep neerleggen) 1 '/2 voe
ten van de gluijeng (glooiing) af schuijn op en
de opgeworpen schorwal moeten slegten". Het
water liep langs het land van Hendrik Broertjes,
Loures Strop en Claas Leest. Zij waren alle drie
commandeur op de walvisvaart en bezaten in
de Kooghpolder, tegen de Graaflijkheijts duijn,
land tussen de latere Tuintjes en het oude
gedeelte van het kerkhof.
RENS SCHENDELAAR
73
- Qt'y»
(jjt 'ïv «Vwrófi »i ^^-ifaM-iuC
fin /«*'"- <f' ff'jJïfc. AlX.
.W<~« A// l'*>*
'lil
M* A.tr-ir ~f„
De Zandtvaarten met drie bruggetjes. In het
midden de Molensloot met de meelmolen.
Rechts vanaf de molen loopt de Kerkesloot.
Ter oriëntatie: de Huisduinerweg loopt oost-
westwaarts onder de molen door. Naar een
tekening van Jan Wonder Muller, uit oktober
1746. (Rijksarchief Haarlem)
(Wordt vervolgd)