43
deze sluis varen in 1859: 2411 zeil- en 83
stoom(zee)schepen. Dat is 361 zeilschepen
minder, maar 12 stoomschepen meer dan in
1858. De stoomsleepdienst sleept met drie
boten 199 schepen door het Noordhollands
kanaal naar het Nieuwediep en 287 zeeschepen
naar de zijde van Amsterdam; totaal 486 en dat
is maar liefst 256 meer dan het jaar ervoor. Per
4 mei is vergunning verleend om nog drie
stoomslepers in de vaart te nemen.
HELDERS KANAAL
"Bij het voortzetten van de ophooging der
Nieuwstad in de gemeente Helder is het
Heldersch kanaal over eene lengte van 130 el
afgegraven. Dit werk is door de gemeente
bekostigd. Ook is voor hare rekening over het
kanaal een houten ophaalbrug gelegd met gego
ten ijzeren hameigebindte en geslagen ijzeren
balans. Deze brug welke met 1 October 1859
voltooid was, heeft gekost 7.937".
NOORDZEEKANAAL
Op 18 april ontvangt de gemeente Amsterdam
officiële kennisgeving "dat Z.M. de Koning
bepaald had, dat de aanleg van een kanaal ter
verbinding van Amsterdam met de Noordzee
door of langs het IJ en door Holland op zijn
smalst met een haven aan de Noordzeekust
(IJmuiden), door de regering zou bevorderd
worden(...)".
DUINWATERLEIDING
"Tijdens de sterke droogte in den afgeloopen
zomer 1859J zijn aan de fonteinen verscheide
ne dagen achtereen tusschen de 4000 en 5000
emmers water verkocht". De waterleiding
levert voor de dokwerken op het maritieme eta
blissement Willemsoord van 1 april tot 31 de
cember 9.498 kub. el water, zo ook voor het
metselwerk aan het huis van de havenmeester
en de muur van de batterij Louisa, evenals aan
de leerlooierij en de gasfabriek. Ook het op
reis benodigde water voor de koopvaardijsche
pen [vooral die schepen die troepen naar Indië
overbrengen] wordt door de waterleidingmaat
schappij geleverd. "Het garnizoen in het fort
Erfprins zal tegen een vaste prijs van water
worden voorzien. Daartoe zal een leiding van
800 el worden aangelegd op kosten van het rijk.
Om aan de toenemende vraag naar water te
kunnen voldoen, heeft men in het laatst van het
afgeloopen jaar 1859] een nieuw bassin gegra
ven, tweemaal zoo groot als het bestaande".
WEGEN
Voor 555 is het (her)bestraten van diverse
wegen en voetpaden in de gemeente aanbe
steed. Voorts nog ruim 400 gulden voor onder
houd, inclusief vernieuwing van de bestrating
van de Kanaalweg over een lengte van 585 el
en een gemiddelde breedte van 7,3 el.
LANDBOUW
De Helderse veestapel omvat 269 paarden,
1301 runderen, 2858 schapen, 47 varkens, 10
bokken en 27 geiten. Naar Engeland worden
minder runderen, maar veel meer schapen, uit
gevoerd. Ongebuild tarwebrood wordt goedko
per, roggebrood blijft in prijs gelijk 11 cent).
VISSERIJ
De haringvisserij "heeft ongunstige uitkomsten
opgeleverd" Ook de vangst van paling is niet
ruim. Wel worden 750.000 oesters verkocht
(1858: 550.000) tegen per 1000 stuks (1858:
15-24). De schelpenvisserij te Huisduinen
levert 40 kub. el op.
AMBACHT- EN FABRIEKSNIJVERHEID
Gewoonlijk kunnen "zeer veel arbeiders werk
vinden" in Den Helder, maar in 1859 is dat
minder dan in het jaar ervoor. Ambachtslieden
verdienen gemiddeld zes gulden per week in de
winter en tot 7.80 zomers. Sjouwerlieden
komen op 5.40 tot 6.00.
HANDEL EN SCHEEPVAART
"De aanvoeren in den Helder bestonden in
1858 en 1859 uit de volgende ladingen: steen
kolen: 141 en 190, hout: 54 en 66, zout: 2 en 1,
rogge: 2 en 1, tarwe: 4 en 1, stukgoederen: 2 en
0, cement: 1 en 0". Voor handelaren in Edam
wordt in Helder nogal wat hout uit Noorwegen