30
die de veiling stelde op 29 en 30 juni 1863 met
de navolgende annonce: "De uitnemend gesitu
eerde, druk beklante en in volle werking zijnde
scheepstimmerwerf "De Eikenboom", met
daarbij behoorende woonhuis, hellingen, loods
en en bergplaatsen, gelegen aan de Koop
vaarders-binnenhaven te Nieuwediep, gem.
Helder, hebbende een oppervlakte van 35 roe
den. De daarbij behoorende Gereedschappen,
Kielligter, Vlotten, Kaapstaander, Vijzels,
Dommekrachten, Jijns, Takels, Blokken als
andersints, benevens de aanzienlijke voorraad
van diverse Houtwaren". De opbrengst van de
veiling bedroeg: voor de werf 25.700,-, voor
gereedschappen 14.400,-, Totaal 40.100,-.
Vergelijken we deze opbrengst met die van de
werf "De Hoop" in 1870 ad 6.500,-, dan zien
we de rampzalige invloed van de opening van
het Noordzeekanaal voor onze gemeente. Deze
vrijwel identieke werf bracht zeven jaar later
33.600,- minder op. Een tekenend tijdsbeeld
voor Helder en Nieuwediep. "De Eikenboom"
kwam in handen van Klaas Lasdrager Jz. en
diens compagnon. De eerste was waarschijnlijk
een broer van Simon. De tweede leren we ken
nen uit een akte van 6 juli 1864 waarbij de
eigendomsrechten van de diverse percelen,
grond die bij "De Eikenboom" in gebruik
waren, werden vastgesteld. Partijen bij deze
overeenkomst waren enerzijds mr. Lambert Jan
Bouricius als ontvanger der Registratie en
Domeinen te Den Helder en anderzijds Klaas
Lastdrager Jz. en Jacobus Theophilus Tinkelen-
berg, scheepstimmerlieden alhier. Ook Tinke-
lenberg was te Medemblik geboren op 14 maart
1831. Zijn vader, Theophilus Jacobus Tinke-
lenberg dreef daar, na zijn in maart 1825 geslo
ten huwelijk, een grofsmederij. We mogen aan
nemen dat beide families elkaar gekend hebben
en dat zij voldoende fiducie hadden in "De
Eikenboom" om in de werf te investeren en
deze samen te runnen.
Verzoek afgewezen
Spoedig ondernamen de compagnons een poging
tot uitbreiding van het werfterrein maar in
februari 1865 werd hun verzoek afgewezen.
Reden was "dat de bedoelde Rijksgrond gele
gen tusschen de beide havens te Nieuwediep,
voor zoo ver daarover niet door het Bestuur van
den Waterstaat ten behoeve eener voorgenomen
verbreeding der Koopvaardersbinnenhaven
aldaar moet worden beschikt, eerlang in het
openbaar in percelen verpacht en later, zoo
mogelijk, publiek verkocht zal worden". Meer
succes hadden zij op een rekest van december
1875, waarbij zij opnieuw aanvoerden "dat zij
wegens het beperkte terrein hunner scheepstim
merwerf "De Lastdrager" zeer groote behoefte
hebben aan eenige uitbreiding daarvan, aan de
zuid-oost zijde van het terrein, ten einde
bestaande gebouwen eenigszins meer achter
waarts te kunnen plaatsen, dat daartoe gedeelte
lijk gelegenheid bestaat door verlegging van
het voetpad gaande van het oude ankerpark
naar het voormalige jaagpad"Dat dit voet
pad behoort tot de niet bij Rijksgebouwen
behoorende gronden liggende tusschen de
bermsloot van der dijk der Zeehaven Het
Nieuwediep en de weg langs de werf "De
Hoop", langs de Koopvaardersbinnenhaven,
langs de werf "De Lastdrager" en langs het
oude Ankerpark, kadastraal bekend als sectie C
nr 4034 (bergplaats) en nr 4035 (weiland).
"Alzo een uitgebreide omschrijving van het pad
waarlangs wij in vroeger jaren onze weg zoch
ten naar het zwembad in de Binnenhaven om
onze eerste zwemlessen op te doen. Dikwijls
was de weg langs de beide werven interessanter
dan het uiteindelijke doel!
"De Lastdrager"
Uit het rekest maken we op dat de "firma
Lastdrager en Co" inmiddels was omgezet in
een naamloze vennootsachap "De Lastdrager".
Hierdoor verdween de naam "De Eikenboom"
uit het gezichtsveld en zou de naam Lastdrager
gedurend8 vele jaren de herinnering aan een nij
vere en sympathieke familie levendig houden.
Directeuren der n.v. waren Klaas Lastdrager en
Jacob Tinkelenberg. Blijkbaar heeft de firma
behoefte gehad aan meer bedrijfskapitaal en om
een beroep op de kapitaalsmarkt te doen een
andere ondernemingsvorm gekozen. Beide