25 Beschrijving In Nederlandse vertaling luidt het gedeelte van het verslag over het Marsdiep: Het eiland Texel ligt bijna zuidzuidwest en noordnoordoost, is ongeveer twee mijl lang en is zeer laag land. Er is een heel goed vaarwater ten oosten daarvan, het Marsdiep genaamd, welk vaarwater van west naar oost loopt en benoorden een kleine kerk of kapel, die op de Zwarte Punt aan de zuidkant van genoemd eiland staat. Vanaf dat punt loopt het eiland zuidwestwaarts in zee teniet, waar men tenslotte 8, 9 en 10 vadem kan loden. Twee mijl noord west van dit eiland ligt een ander eiland, Vlieland genaamd, dat groter is dan Texel en er is een kustopening tussen beiden, die slechts voor kleine boten bevaarbaar is. Een halve mijl of meer bezuiden Texel is het noordereind van Holland, dat Huisduinen genoemd wordt; tussen dit punt en het eiland Texel komen alle schepen in en uit van het zuiden en westen en aan de zeezijde van dit punt en het eiland liggen de Haaksgronden, die zeer gevaarlijk zijn en zand banken die zich westwaarts 6 of 7 mijl in zee uitstrekken; er zijn drie vaargeulen: één langs de eilandzijde en de ander langs de Hollandse kant. De derde geul komt binnen tussen de Zuider- en Noorderhaaks en is de voornaamste toegangs geul voor grote schepen om in- en uit te zeilen, die het Spanjaardsgat genoemd wordt. Een groot gedeelte van de Noorderhaaks valt droog van half- tot halftij, maar de Zuiderhaaks valt nooit droog; beiden zijn een groot gevaar, behalve bij helder weer. De geul ligt tussen beide westnoord west en westzuidwest daarvan. Er loopt een krachtige getij stroom, zowel bij vloed als eb, tus sen genoemde gevaarlijke banken. Om te weten hoe het Spanjaardsgat in te zeilen staan op de meest noordelijke punt van Holland, Huisduinen genaamd twee bakens. De een staat bijna op de punt van het land aan de zeezijde en de ander landinwaarts en als je beiden in eikaars verlengde ziet ben je in de mond van de vaargeul. Het gehe le reisverslag was ondertekend: per me John Aborowgh and Rychard Coche. Het verslag ging vergezeld van een schetskaart, die wat de toegang tot het Marsdiep, de bebake- pon the powntt of the land hy the sye syed and the other withyn the land and whan thay hy hozthe on, than yow aryn the yenttering of the chanell' (Fragment). John Aborough, "kenner van de Lage Landen", maakte zijn verkenningstocht naar Harderwijk in het gezelschap van Richard Couche uit Dover. Aan de hand van deze "Carte of the Passage" zou Anna van Kleef naar Engeland kunnen reizen voor haar huwelijk met Hendrik de Achtste.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1993 | | pagina 25