Armwezen
Nadelige omstandigheden in 1858 zijn: "de
bijna door het geheele gewest gedurende het
geheele jaar geheerscht hebbende koortsen, de
op deze ziekte gevolgde verzwakking en chro
nische ongesteldheden" en "de kwijning der
buitenlandsche scheepvaart en de bijna geheele
stilstand van den scheepsbouw". Dat leidt tot
meer armoede, vooral in Amsterdam. Daar
staat tegenover dat de winters van 1857/58 en
1858/59 zacht zijn, de levensmiddelen goed
koop blijven, er genoegzaam werk is voor de
handwerksman en dat de visvangst ruim is,
aldus de provincie. Al met al houden gunstig en
ongunstig elkaar wel zo ongeveer in evenwicht.
In Helder zijn de uitgaven voor het armwezen
iets gedaald ten opzichte van 1857.
Openbare veiligheid
In het algemeen wordt die als zeer bevredigend
omschreven.
Huis van bewaring
Op 31 december verblijft er één persoon. In de
loop van het jaar zijn 42 mannen en 5 vrouwen
aangehouden. Daarvan werden er 15 door de
kantonrechter veroordeeld; voor boeten zijn 9
mensen gegijzeld. Tot maximaal een maand
zijn 25 verdachten veroordeeld door de aron-
dissementsrechtbank te Alkmaar. In totaal heb
ben 97 personen 426 dagen in het Helderse huis
van bewaring gezeten.
Waterstaat
Voor het Noordhollands kanaal worden dit jaar
heel wat "belangrijke werken" in en om Den
Helder aanbesteed. Zo moeten er onder meer twee
ponten in de (Koopvaarders)Binnenhaven komen
en wordt voor 14.600,- de bouw van een haven
meesterswoning bij de nieuwe koopvaarders
schutsluis voorzien. Door die sluis varen 317 zeil
en 25 stoomschepen meer dan in 1857. Met de uit
het afsnijden van een bocht in het Helders kanaal
verkregen specie is "een gedeelte der aangrenzen
de gronden van de zoogenaamde Nieuwstad"
opgehoogd. Bij de schutsluis aan het Nieuwe
Werk is een sluiswachterswoning verrezen, voor
3.850,-. Dat is heel wat minder dan wat de
havenmeesterswoning moet gaan kosten (zie hier
voor). De in 1857 door de Koning benoemde com
missie "om de voorwaarden vast te stellen, waar
onder de doorgraving van Holland op zijn smalst
concessie zou kunnen worden verleend", heeft een
rapport uitgebracht in 1858. De ondersteuning van
dit plan voor het Noordzeekanaal moet van de
Regering komen, zo vindt vooral Amsterdam.
Wegen
"In de gemeente Helder zijn onderscheidene,
meerendeels aan elkander gelegene pleinen,
wegen en paden, tezamen eene oppervlakte
hebbende van 6.486, 60 vierkante ellen bestraat,
voor eene som van 10.749,-.
Daarenboven is nog omstreeks 1200,- besteed
aan het bestraten of geheel verstraten van enke
le andere gedeelten van den gemeentegrond".
Landbouw
Over het algemeen zijn de prijzen wat lager en
de oogsten middelmatig in 1857 en 1858. De
21
Strandingen "Op 26 July, de Engelsche brik
Wansbeck, kapt. J. Scarf, met steenkolen van
Sunderland naar Rotterdam. De opvarenden, 9
man en eene vrouw, hebben zich in de sloep bege
ven en zijn later door een loodsschuit gered". "In
de haven het Nieuwe Diep zijn in den loop van
1858 binnen gebragt drie in de Noordzee gevon
den verlaten schepen, te weten: l,Op27 Mei, de
Pruisische bark Veritas, kapt. Albert Schauer,
geladen met hout; 2. Op 8 Augustus, een schoe
ner zonder masten of verschansingen, de blijken
dragende van grootendeels te zijn geplunderd,
geladen met teer, perkoenpalen (ronde eiken of
dennen paaltjes, gebruikt bij rijswerken, steen
glooiingen aan dijken, LFvL) en sparren. Later is
gebleken dat dit schip hoogstwaarschijnlijk was
de Noordsche schoener Felix, kapt. J.H.
Sandelis, van Christinestad naar Huil; 3. Op 5
October de Zweedsche schoener Anna Char-
lotta, met ijzer, lathout en boschbessen van
Gothenburg naar Londen".
Openbare verlichting bij nacht "Te Helder,
waar in het laatst van 1857 eene gasfabriek is
opgerigt, is het aantal gasbranders met 22 ver
meerderd en dus op 143 gebragt; dat der olie-
lichten is met 12 verminderd".