HERSTELPLAATS VOOR 'S-LANDS VLOOT:
voorloper van Rijkswerf Willemsoord
De "verhuizing" van de Rijkswerf Willems
oord naar de oostzijde van het Nieuwediep
was de aanleiding tot het verschijnen van
een interessant stuk geschiedschrijving over
de periode die aan de fase "Willemsoord"
voorafging. Auteur Maarten Bakker gaf zijn
boek de titel "Herstelplaats voor 's-Lands
Vloot-van het Nieuwe Werk naar Rijkswerf
Willemsoord".
De Rijkswerf Willemsoord -sedert 1822 geves
tigd in Den Helder- was na de opheffing van
andere marinewerven in de 19e en 20ste eeuw
het grootste onderhoudsbedrijf van de Konin
klijke Marine geworden. In de loop der jaren
groeide het personeelsbestand tot bijna 2000
man. In de periode na de Tweede Wereldoorlog
bleek langzaam maar zeker, dat dit omvang
rijke bedrijf niet efficiënt genoeg meer werkte.
Het personeelsbestand was uiteindelijk te groot
en het bedrijf in materieel opzicht verouderd.
Bovendien was het terrein te klein geworden,
zodat reeds in 1980 het grote Dok VI op het
terrein van de Nieuwe Haven moest worden
gebouwd.
Bij de overgang van de Rijkswerf Willemsoord
naar de oostzijde van het Nieuwe Diep werd
veel nieuw materiaal aangeschaft, terwijl het
personeelsbestand werd teruggebracht naar
ongeveer 1000 man. Het boek "Herstelplaats
voor 's-Lands Vloot" echter gaat niet over de
verplaatsing van Rijkswerf Willemsoord naar
het Nieuwe Haventerrein, maar, zoals de onder
titel ook aangeeft, over de periode vóór 1822,
dus vóór Willemsoord.
Want alvorens deze rijkswerf in gebruik werd
genomen, waren er al heel wat herstelwerk
zaamheden aan 's-lands schepen van oorlog aan
het Nieuwediep verricht op de kielplaats "Het
Nieuwe Werk" (1792-1822). En ook aan de tot
standkoming van deze "voorloper" van de
rijkswerf Willemsoord was al het nodige voor
afgegaan.
In het eerste hoofdstuk met de wat ondoorzich
tige titel "Een nimmer aflatende strijd" wordt in
het kort de geschiedenis van de Marsdiep-dor
pen Huisduinen en Den Helder en van de haven
het Nieuwediep behandeld. Daarna volgt een
hoofdstuk getiteld "Het Nieuwe Werk", waarin
uitvoerig aandacht wordt besteed aan de verbe
teringen van de haven en de diverse plannen
voor een geschikte reparatiewerf voor 's-lands
schepen van oorlog in de tweede helft van de
18e eeuw.
In het derde hoofdstuk worden de organisatie
structuren van het Nieuwediep ten tijde van de
Bataafse Republiek behandeld, alsmede de
gevolgen van de landing der Engelsen en
Russen in 1799. Vervolgens wordt aandacht
besteed aan de ontwikkelingen in de jaren ema,
met name de totstandkoming van de vesting
werken waardoor Den Helder "het Gibraltar
van het Noorden" werd.
In hoofdstuk V, getiteld "De uitgestelde bevrij
ding", wordt uiteengezet waardoor Den Helder
onder admiraal VerHuell zoveel later dan overig
Holland van de Franse bezetting werd bevrijd.
Op het Nieuwe Werk werkten toen ca. 85 man,
de meesten erbarmelijk gehuisvest in strohut
ten, houten loodsen of afgedankte vaartuigen in
de onmiddelijke omgeving van het werk, maar
op enige kilometers afstand van de plaats Den
Helder (ca. 2000 inwoners).
Hoewel de handel in het nieuwe Koninkrijk
nog slechts langzaam op gang kwam, was de
haven beslist niet uitsluitend bestemd als oor
logshaven. Vooral na het gereedkomen van het
14