dering konden komen. Maar aangezien zij geen
bakkers waren ontbrak de deskundige inbreng,
en werd de vergadering een gezellig dagje Den
Helder! In 1935 gingen de grondstoffen van
Italiaanse afkomst in prijs omhoog vanwege de
oorlog van Italië. Bovendien deden kranten- en
reclame-artikelen over "zelf broodbakken" de
bakkerij over het algemeen schade. In september
1936 werd een broodprijs vastgesteld, terwijl
door de devaluatie de prijzen stegen. Door vol
doende inkoop kon zonder verliezen gewerkt
worden, en door medewerking van de burge
meester konden water- en melkbrood toch 1 ct
worden verhoogd. In 1938 daalden de marktprij
zen voor tarwe met 50%, doch de regering ging
tot vier keer toe over tot heffingsverhogingen om
de prijzen in de hand te houden.
Weer oorlog
In 1939 brak de oorlog uit met alle problemen
van dien: aanvoer van bakkerijbenodigheden
werd moeilijk, inkoop van krenten en rozijnen
werd onzeker omdat de aanvoer niet kon worden
gegarandeerd, personeel moest onder de wape
nen, meelprijzen stegen, import van Amerikaans
bloem verliep moeizaam. De broodprijzen wer
den vastgesteld op 14 ct voor waterbrood en 16
ct voor melkbrood. Er leek een rustige periode
aan te breken, maar op 10 mei vielen de Duitsers
ons land binnen. Op de avond van 14 mei vond
een bombardement op Den Helder plaats, zodat
die nacht door de bakkers niet gebakken werd.
Op 24 juni kreeg Den Helder zijn zwaarste bom
bardement en veel bewoners vertrokken naar
elders. Door de burgenmeester, en aan de hand
van artikel 15 van de distibutiewet van 1939,
werd "De Eendracht" aangewezen om behoorlij
ke broodvoorziening te handhaven, en hij stelde
de minimumprijs op 17 ct. Direct na het bombar
dement had "De Eendracht" acht bakkers waar
aan zij brood leverden tegen een korting van 3
ct. Na verloop van tijd kwam een aantal inwo
ners weer terug in Den Helder, maar na nieuwe
bombardementen in augustus en oktober ver
trokken zij definitief. Daardoor was het noodza
kelijk, broodwijken samen te voegen, want som
mige wijken bestonden uit niet meer dan 6 a 7
klanten. Van de 30.000 inwoners waren er in
1941 's avonds nog maar 10.000 in Den Helder.
Duizenden trokken, per fiets of trein, naar de
omliggende gemeenten. Voor het bedrijf waren
er in deze oorlogsjaren moeilijkheden te over:
haast geen doorwijzingen meer, het kleinbrood
werd door de bezetter verboden, en "11 septem
ber 1944 werden verschillende bakkerijen bij
ons binnengebracht ter besparing van kolen",
meldde de directeur. "De Eendracht" kreeg zes
collega's op zijn dak: Post, Wieren, Janzen,
Bruin, Rijkers en Slikker. Brandstof verschafte
de gemeente door toewijzing van bomen. De
helft van de bakkers bakte, de anderen moesten
bomen hakken en klein zagen voor de oven. De
directeur moest al zijn personeel (9 man) vrijwa
ren van oproeping voor hand- en spandiensten
voor de Duitsers, zoals bewakingsdienst en
graafwerk. De bezetter nam het rijdend materiaal
in beslag. Filiaal Langestraat werd door de
bezetter gesloopt, en de oude Helder werd met
de grond gelijk gemaakt.
Jubileum
In 1944 werd het 40-jarig bestaan van "De
Eendracht" op sobere wijze gevierd, in aanwe
zigheid van de directeur en enkele personeelsle
den. De Wehrmacht legde beslag op de meelzol
der voor meelopslag van het leger en kwam
iedere week het aantal balen controleren. De
controleur, Obergefreiter Haas (een milde Duit
ser, die zeker geen aanhanger van de nazi's was)
constateerde dat er muizen op de meelzolder
waren en schreef de aangevreten zakken af. De
bakkers ontfermden zich over deze zakken en
hoopten uiteraard dat er nog veel muizen langs
kwamen. De Obergefreiter liet het oogluikend
toe. De Duitse koks kwamen met boter en suiker
om zelf gebak te maken en het bakkerspersoneel
moest meehelpen, wat zij graag deden, want
"wie appeltjes vaart, die appeltjes eet". Veel van
de boter en suiker kwam niet op de Duitse tafels
terecht. De samenstelling van het broodmeel
werd met de dag slechter: het bestond uit 25%
tarwe, 75% roggebloem met toevoeging van
aardappelmeel of bonen, hetgeen een kleffe
broodmassa gaf. Na de laatste bomaanval in
11