Productiedaling In 1918 daalde de productie met forse schreden, nadat de brooddistributiebonnen verlengd wer den van 11 naar 14 dagen. Gelukkig werd dit begin december weer teruggedraaid naar 9 dagen, maar de omzet van het jaar was toch gedaald: zij bedroeg 9584 bruinbroden, 82831 wittebroden, 12868 roggebroden en 421044 beschuiten. Ook de daarop volgende jaren ble ven in mineur. Het was kennelijk moeilijk weer terug te keren naar voor-oorlogse tijden. De broodbakkerij bracht geen moeilijkheden mee, maar de koekbakkerij vlotte niet. In 1919 ver loor de Eendracht een goede klant, Simon de Wit uit Zaandam, die altijd wel ontbijtkoek had afgenomen. Aan de distributie van koek en meel kwam een einde, zodat aan omzetvermeerdering kon worden gewerkt. In 1920 werd de heer van der Veen door de commissarissen aangetrokken en aan het bestuur toegevoegd, om te pogen de omzet te vergroten. Ondanks alle pogingen lukte dit echter niet. Van der Veen nam ontslag en vertrok. In 1921 legde de filiaalhoudster van filiaal Langestraat haar taak neer en werd de heer G. Roskam aangesteld. Om de lage inkom sten van filiaal Langestraat te overbruggen werd Roskam voor eigen rekening een wijk tussen de Gravenstraat en Parallelweg aangeboden. Het jaar 1923 vertoonde dezelfde verschijnselen: zware lasten en een algemene malaise in de zakenwereld, werkeloosheid, korte werktijd, verminderd broodverbruik, reorganisatie van de Marine, wat tot ontslagen leidde. De broodom- zet was moeilijk op peil te houden, door het ver trek van de mensen uit de gemeente, waaronder uiteraard ook veel klanten. Krenten duurder Het jaar 1927 had een rustig verloop, daar de prijzen stabiel bleven. Alleen de krenten stegen flink in prijs, nl. van 18 naar 30 ct per pond. Er werden dan ook bijna geen krentenbroden gebakken, maar rozijnenbroden. De broodom- zet liep nog steeds terug door het verminderd verbruik, het vertrek van inwoners uit de gemeente, en wegens het staken van broodleve ranties aan wederverkopers wegens financiële moeilijkheden. In 1928 ontstond een plotselin ge daling van de prijzen van het inlandse meel. Waarschijnlijk dumpten de Nederlandse meel fabrieken de prijzen om de import van Ame rikaans meel te weren. Concurrentieslag In 1931 barste de grote slag los tussen de Helderse bakkers. Het brood werd zelfs bene den de kostprijs verkocht. Deze kostprijs liep zelfs nog omhoog toen op de import van Amerikaans meel en heffing werd gelegd van 2,25 per 100 kg bloem. Ook werd een nieuwe belasting ingevoerd: de crisistoeslag. Het jaar 1933 had een rustig verloop. Nadat commissa ris Verfaille reeds in 1921 overleden was, over leed in 1933 commissaris Büchele. Een rustige man, en een zeer trouwe medewerker. Met het overlijden van de twee commissarissen werd het aandelen-bezit echter versnipperd, en kwa men er "niet-bakkers" in het bestuur. De aande len Verfaille werden verdeeld onder zeven kin deren Verfaille en de aandelen Büchele gingen naar de familie van mevrouw Büchele, de fami lie Vermeer in Den Haag. Ieder "Verfaille-kind" kreeg twee aandelen, waardoor zij op de verga- 10 Deze gevelsteen liet de legendarisch brood bakker Dirk Hoogenbosch in 1862 aanbrengen in de gevel van zijn nieuwe pakhuis aan de Westgracht (zoals gememoreerd op pag. 135 in het vorige nummer van "Levend Verleden"). Hij noemde het pakhuis "De Haan", naar de scheepswerf van zijn grootvader aan de Weteringpoort te Amsterdam.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1993 | | pagina 10