over het gebeurde door de korpsleiding, heeft de goed Duitssprekende Nederlandse rechercheur H.W.J. Kerkhof de SD-agenten Klüting en Golbert gewezen op het feit dat Van Herwijnen ook een ander wapen dan zijn dienstwapen in zijn bezit had (gehad). Onmiddellijk werd Van Herwijnen, die op die dag zijn normale dienst deed, in verhoor genomen. De verklaring dat hij het wapen in het harmonium had gevonden en van de voorgeschiedenis niets afwist, werd niet geloofd, waarop hij werd vastgehouden. Inmiddels leverde een onderzoek op zolder de wapens in het harmonium op. Daarop werd Van Herwijnen gearresteerd en in opdracht van de SD geïsoleerd van zijn collega's. Later die avond, het was al donker, krijgt de politieman A. Nijhof, terugkerend van zijn dienst in de stad, opdracht zijn gearresteerde collega lopend over te brengen naar een cel in het politiebureau aan de Spoorgracht. Zonder hem te boeien, maar wel aan zijn arm vasthoudend, gaat het tweetal op stap. Op de Spoorgracht aangekomen laat Nijhof zijn arrestant even los om de deur van de politie post te openen. Op dat ogenblik ontvlucht Van Herwijnen, rent de Nieuwstraat in en verdwijnt in een steeg, terwijl Nijhof alsnog een waarschu wingsschot lost, echter zonder resultaat. Teruggekomen op het politiebureau rapporteert hij het gebeurde, waarop de SD een nader onder zoek in 't vooruitzicht stelt. Alle aanwezige poli tiemensen moeten in actie komen en de toegan gen tot de stad afgezet. Ook wordt te 23.30 uur de commissaris Helder uit bed gebeld door de SD, met de opdracht zo snel mogelijk de overval ler op het Arbeitsambt J. van Herwijnen opnieuw te arresteren. Hem wordt verweten dat hij geen duidelijke instructies voor het overbrengen van de arrestant had gegeven. Enige dagen later heeft hij zich in een in Duits gesteld stuk daartegen verdedigd, ook al omdat het een collega betrof. Die nacht heeft Van Herwijnen door de duistere stad gedwaald en is, na verscheidene afwijzin gen, uiteindelijk terecht gekomen bij de verpleeg ster Lies Kist (die hij kende van zijn politiewerk) op het adres Goudsbloemstraat 30. Daar werd hij verborgen in een kast op de overloop. De volgende morgen, woensdag 23 juni, reeds heel vroeg werd, met de hete adem van de SD in de nek, de zoektocht begonnen. De korpslei ding gaf aan twee politiemannen de opdracht te gaan kijken op het adres van genoemde mevrouw Kist, onder de mededeling: "Daar zit hij wel eens op de koffie". Zo gingen zij, en dat was wel bijzonder in die tijd, per auto naar de Goudsbloemstraat. Na een aanvankelijke ont kenning dat Van Herwijnen zich in het pand bevond, fluisterde Lies Kist een politieman, die zij vertrouwde, in het oor dat de gezochte daar toch was en vroeg hoe te handelen. De politie ging hierop het huis binnen en vond de gezoch te in de kast. Om 05.30 uur, zo vermeldt het rapport, werd J. van Herwijnen gearresteerd ten huize van de verpleegster C.E.J. Kist en op het hoofdbureau overgedragen aan de reeds eerder genoemde SD-ers Klüting en Golbert. Geboeid en zittend tussen deze figuren op de achterbank van een auto werd Van Herwijnen overgebracht naar het beruchte hoofdkwartier van de SD in de Euterpestraat in Amsterdam. Zowel door zijn eerdere ontsnapping, als door onder te duiken, had Van Herwijnen een zware verdenking op zich geladen. Een situatie die de SD ten volle zou uitbuiten. Over de verhoormethoden was toen en nu nog meer bekend: dag en nacht uren lange verhoren, intimidatie, confrontatie, mis handeling en dergelijke behoorden daartoe. Een na de oorlog afgelegde verklaring van de secre taresse van de beide SD-ers vermeldt, dat tijdens het afleggen van verklaringen, die zij moesten uittypen, de verdachten niet werden mishandeld. Het verhoor was dan al achter de rug In dit verband is het nuttig te vermelden dat de zeer ondankbare opdrachten, die de politiemen sen ten opzichte van een collega moesten uitvoe ren, niet konden worden geweigerd. Weigering stond gelijk aan medeplichtigheid. Na het wegvoeren van Van Herwijnen wachtten de andere deelnemers aan de overval in spanning en angst af wat daarvan de gevolgen zouden zijn. Er gebeurde echter niets en zij die Van Herwijnen kenden, zeiden dat ze niets uit hem zouden loskrijgen. De rest van de maand juni en de gehele maand juli verstreek. Hoewel de SD nog regelmatig in Den Helder op onderzoek uit

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1993 | | pagina 9