104
door wellicht de aandacht op het gebouw was
gevestigd. Zij verzamelden zich weer in de
brandsteeg achter de Emmastraat om zich daar
na te verspreiden en zo mogelijk de volgende
dag hun normale taak op te vatten. In het kan
toor van de Arbeidsbeurs waren twee petten en
een FN-pistool achtergebleven; het wapen van
R. Zwinderman. Achteraf bleek hoe tragisch
deze gebeurtenis was: de politieman Wakker
had zijn collega Zwinderman, onherkenbaar
door het masker, doodgeschoten. Van
Herwijnen, die een slaapplaats had op de zolder
van het politiebureau (waarover later meer),
begaf zich snel naar bed. Op die zolder sliep
ook een collega die hij wel kon vertrouwen,
maar aan wie hij niets over het gebeurde vertel
de. Inmiddels was door de twee overvallen
wachtslieden in de Arbeidsbeurs alarm gesla
gen. De kapitein van politie (toen de titel voor
commissaris) K. Helder is samen met een
inspecteur (toen luitenant van politie), nadat het
alarm en het bericht van de dood van
Zwinderman was binnengekomen, eerst naar de
slaapplaatsen op de zolder gegaan, alwaar ze de
twee agenten "slapend" aantroffen. Ze fluister
den tegen elkaar: "Ja, die zijn binnen en ze sla
pen". Ging de verdenking meteen al in die
richting of was het om zekerheid te verkrijgen
dat zij niet bij de overval betrokken waren
geweest? Dit blijft een open vraag. De twee op
zolder hielden zich slapend en hoorden hun
chefs weer naar beneden gaan. Deze gingen
vervolgens naar de Arbeidsbeurs om het onder
zoek te starten. De inmiddels ontboden begrafe
nisondernemer Darphorn verklaart "in het
gebouw van de gemeentelijk sociale dienst
Kanaalweg 92, Den Helder op 22 juni 1943 te
02.30 uur overleden te hebben aangetroffen R.
Zwinderman, oud 26 jaren".
Ondanks deze dramatische en verwarrende
afloop van de actie vond H. Wildenberg 's
morgens vroeg toch de uitgeleende sleutels
terug in de brievenbus. Zijn collega C. van der
Laan kwam hem vóór werktijd melden dat er
een overval op het kantoor was gepleegd en
het personeel in verband met het onderzoek
het gebouw niet mocht betreden. Om 12.00
uur op dinsdag 22 juni werd het kantoor vrij
gegeven door de leider van het bijkantoor en
de opper-luitenant van politie J. Schipper en
met toestemming van de inmiddels gearriveer
de Duitse Sicherheitspolizei (SIPO).
De wapenvondst op de zolder
Alvorens in te gaan op het politie-onderzoek
naar de overval dient, ter verduidelijking, het
volgende. Zoals reeds eerder vermeld sliepen er
politiemensen in primitieve hokjes op de zolder
van het politiebureau, omdat zij vaak na hun
dienst niet meer met bus of trein naar hun bui
ten Den Helder geëvacueerde familie konden
reizen. Op die zolder stonden nog meubelen en
dergelijke van de oorspronkelijke bewoners van
het pand, dat eens het "oudeliedentehuis" was.
Ook die bewoners waren uit Den Helder verdre
ven en na de verwoesting van het hoofdbureau
van politie aan de Prins Hendriklaan (de nacht
van 24 op 25 juni 1940) vestigde de politie zich
aan de Kerkgracht. Op die zolder stond ook een
harmonium en Van Herwijnen heeft - in een
veel eerder stadium reeds - samen met zijn col
lega M. Zwaneveld eens getracht daaraan
muziek te ontlokken, hetgeen op problemen
stuitte. Zij openden het instrument om te kijken
wat er aan haperde en vonden daarin toen twee
ingepakte pistolen. Zij stonden voor een raadsel
en hebben de kast weer snel gesloten.
Toen echter enige tijd later het dienstwapen van
Van Herwijnen in reparatie/onderhoud was,
heeft hij - mede met het oog op zijn eigen vei
ligheid - één van de gevonden pistolen in de
holster bij zich gedragen. Omdat buiten dienst
tijd het wapen moest worden ingeleverd is deze
tijdelijke verwisseling niet onopgemerkt geble
ven. Dit zou Van Herwijnen fataal worden...
Start onderzoek en de eerste arrestatie
Op dinsdag 22 juni, de dag na de overval, nes
telde de Duitse Sicherheitsdienst (SD) zich in
een kamer in het politiebureau. Nog tijdens de
verhoren van de twee bewakers van de
Arbeidsbeurs en het afleggen van verklaringen