138
Het Preisgericht in Hamburg achtte het in
beslag nemen gerechtvaardigd, omdat de lading
van het schip, naar haar oordeel, voor meer dan
de helft uit contrabande bestond. De directie
van de Ned. Stoomboot Mij erkende de uit
spraak van het Hamburgse gerecht echter niet
en ging in hoger beroep bij de hoogste instan
ties in Berlijn.
De ZEEMEEUW, een in 1911 gebouwde dub-
belschroef motorschoener van 400 ton, eigen
dom van de N.V. tot Exploitatie van de dubbel-
schroef motorboot Zeemeeuw te Rotterdam
(firma Vermeer en Van der Arend) werd op 10
september 1916 door de UB 19 aangehouden
en eveneens naar Zeebrugge opgebracht.
Evenals de BATAVIER II vond het Preisgericht
in Hamburg het in beslag nemen van schip en
lading gerechtvaardigd. Tegen de uitspraak
werd geen beroep aangetekend, waardoor de
ZEEMEEUW een Duits schip werd. Voor het
verlies van de motorschoener werden de eige
naren door de assurantie schadeloos gesteld.
Onderschept
In juli 1917 besloten de Duitse autoriteiten
beide schepen, waarvan de lading was gelost,
naar een Duitse haven te laten sturen. Op 26
juli 1917 vertrok de BATAVIER II, met een
Duitse bemanning aan boord, met de ZEE
MEEUW op sleeptouw, uit Zeebrugge met
bestemming Hamburg. De schepen werden niet
door Duitse oorlogsschepen vergezeld en voe
ren dicht langs en soms door de Nederlandse
territoriale wateren. Op 27 juli, het transport
De "Batavier II" was een in 1897 gebouwd vrachtschip van de Nederlandse Stoomboot
Maatschappij, met (na een verbouwing in 1909) een laadvermogen van 1320 ton.
In september 1916 vond het schip een roemloos einde bij de Noorderhaaks