alleen de prijzenslag, maar ook het oneerlijk gedrag van klanten leidde tot afschaffing van dit gebruik. Er waren klanten die zich bij meer dere bakkers als vaste klant presenteerden, "er waren klanten die bij drie, vier, ja zelfs zeven bakkers als vaste klant waren''. De bakkersovens werden gestookt met takkenbos sen, turf of "mot" van de Rijkswerf. De bakruim- ten werden volgestopt met brandbare waar en aangestoken. De stenen bemanteling nam de warmte op, en vervolgens werd de oven schoon geveegd en de blikken met deeg konden erin. De smeulende asresten gingen in ijzeren asvaten. In de boeken vinden we de volgende kosten voor brandstof: In 1856 kocht Dirk 2000 bos takken voor f 63,-; in 1859 590 bos takken voor f 29,50; in 1864 850 turf voor f 195,50 en 6000 lange turf f 27,- en een lading lange turf f 259,-; in 1865 vrach ten met mot van de werf voor f 2,25 - 2 vrach ten met krullen voor f 1,50 en 3 vrachten met spanen voor f 0,75. Blijkbaar gingen de zaken voor Dirk toch rede lijk goed, want in 1875 liet hij drie woonhuisjes bouwen met regenputten en keukentjes voor f 3105,- en tevens nog een paardenstal, melk- hok en washok voor f 525,-. In 1876 verzamelde Dirk alle gistaankopen (bij de firma Vrijland van de Hoogen in Schiedam) op één rekening en kwam op een totaal van 2213 kg gist. Dit betekende een omzet per week van 42 zak wit- en bruinbrood. Daarnaast had hij nog een grote omzet aan rogge, betrok ken van verschillende leveranciers. Het melk gebruik in deze periode bedroeg 23.112 liter melk, betrokken van W. Kruijer uit 't Zand. Maar naast alle zakelijke beslommeringen had Dirk ook zijn gezin. Op 1 mei 1858 was zijn dochter Cornelia Maria geboren, en op 5 september 1861 volgde zijn zoon Johannes Nicolaas (Jan). Jan ging op school naar de Weststraat. Er was een beperkt aantal scholen in Den Helder en de gemeente bepaalde naar welke school een kind moest. Alle kinderen van Weststraat, Achtergracht, Westgracht, Molenstraat en Zuidstraat moesten naar de Weststraatschool. Vader Dirk was blijkbaar niet tevreden met dit onderwijs en besloot Jan naar een rooms-katholieke kostschool (pensionaat) te sturen voor beter onderwijs, en zijn keuze viel op Oudenbosch. Oudenbosch had bekendheid gekregen als verzamelplaats voor het Pauselijk Legioen der Zouaven. Jan ging op 10-jarige leeftijd in 1871 naar Oudenbosch. Twee rapporten van hem tonen dat hij goed kon meekomen, in 1873 heeft hij 10 plaatsen verdiend, d.w.z. dat hij voor tien vakken 1 of meerdere keren een hoogste cijfer heeft gehaald. De vakken meetkunde, algebra, boekhouden, geschiede nis, aardrijkskunde, rekenen, engels en cate chismus. Derde generatie Jan bleef twee jaar op Oudenbosch, en kwam toen weer thuis, om het bakkersvak in te gaan. Hij moest de klantenkring leren kennen, en dat betekende met paard en wagen langs het Helders kanaal, Weststraat en Hoofdgracht en alle straatjes van de "binnenstad". In 1877 nam Jan ook de boekhouding van zijn vader over: het mooie, rustige handschrift van Dirk moest plaatsmaken voor het haastige schrift van Jan. Jan ontmoette bij zijn Texelse familie Anna Veeger en huwde haar op 15 mei 1885 in Den Burg op Texel. Zij namen hun intrek in de bak kerij van vader Dirk, en deze vertrok naar een herenhuis op de Weststraat hoek Koogersteeg, dat hij samen met zijn broer Jan had laten bou wen door de firma Klein voor f 11.143,-. Dirk was in de loop der jaren een huizenbezitter geworden. Hij bezat een aantal huisjes in de Molenstraat, naast zijn bakkerij, op de Westgracht en in de Keizerstraat. Deze huur huisjes brachten f 1,75 per week op. In 1884 kocht Dirk van de weduwe Bedding (weduwe van J.M. de Boer) een pandje op de Achtergracht voor f 950,-. Dat de woonsituatie in Helder nog verre van ideaal was, getuigt het bericht uit de Helderse Courant, waarin melding wordt gemaakt van het feit dat de Keizerstraat, Wezenstraat en Breewaterstraat een grote modderpoel is, en dat alleen de Koningstraat bestraat is. Achter de 136

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1993 | | pagina 40