VIER GENERATIES HOOGENBOSCH ACTIEF
IN DE BROODBAKKERIJ (1)
132
Pieter Hoogenbosch, geboren te Amsterdam
op 16 oktober 1798, was met zijn broer
Cornelis werkzaam op zijn vaders scheeps
timmerwerf "De Haan" aan de Wetering
poort aldaar. Dit was een reparatiewerf voor
kleinere schepen zoals lichters en overladers
(een breed vaartuig met weinig diepgang en
geschikt voor de vaart op de Zuiderzee).
Het gezin van vader Jan en zijn vrouw Marie
de Grosse telde naast de twee jongens nog twee
meisjes, Geertruy Maria en Johanna Maria.
Ondanks de economische recessie ten gevolge
van de oorlog met Engeland was Amsterdam
het belangrijkste centrum voor de beurtvaart.
In het jaar 1800 telde de stad nog 210 beurt-
vaarders, waarvan er 124 voeren op de ver
schillende plaatsen in Holland. Hiertoe behoor
den de beurtvaartdiensten via de Zuiderzee op
de rede van Texel, die in Amsterdam hun lig
plaats hadden aan de Tesselse Kade, nu Prins
Hendrikkade geheten.
Vanzelfsprekend dat in een stad met zoveel
scheepvaart ook de scheepsbouw en -reparatie
een belangrijke plaats innam. Op de westelijke
eilanden en in het oostelijk havengebied lagen
aan diep water de werven voor de grotere sche
pen. Hiernaast vond men nog enkele werven
buiten de stadspoorten, die uiteraard niet voor
de grote scheepsbouw in aanmerking kwamen.
Langer dan een eeuw geleden maakte de Amsterdamse fotograaf Sanders deze foto van de
brood- en koekfabriek "De Eendracht" aan de Gravenstraat. Directie en personeel gingen
"op de kiek" bij het laden van de bakkerswagens. Geheel rechts, in witte jas, Theodorus (Dirk)
Hoogenbosch. Naast hem, zijn in 1861 geboren zoon en opvolger, Jan.
Verder zijn herkenbaar de werknemers Ras, Flotat en Roskam