De werkzaamheden duurden zolang als de
schepen dat nodig vonden, de aannemers schre
ven dan ook in met een dagloon. Jacob Krul
nam het werk als laagste inschrijver aan voor
f 2:18:0 (twee gulden en achttien stuivers).
De werktijd was van 's morgens zes uur tot
's avonds zes uur met uiteraard tussen de mid
dag een "schafthouden". En had niet de moed
om rustig aan te doen want "den aannemer ver-
dagt zoo het werk is begonnen niet er af te zul
len gaan of staan te laaten oppoene (boete) voor
zijn gedaane werk van de dagloonen ver-
stooken te zullen zijn". Met andere woorden:
op staande voet ontslag en geen loon!
De kerkmient van Huisduinen
den de vijfde langs steen onder de rollaag (uit
stekende rij gemetselde stenen) van de voeting
(fundatie) der Kerk".
De houten kerk steunde voor een deel op een
stenen fundatie, de aannemer moest aan de
zuidzijde vanaf de vijfde rij liggende stenen
werken. "Wanneer het mient als boven is
geslegt en van geschouwen zal zijn zal den aan
nemer het gansche mient binnen zijn afperking
moeten beleggen met groene tans gespitten
zooden groot tussen de 11 en 2 duijm int vier
kant dik 4 duijm".
Te dikke, te kleine of te grote graszoden mochten
niet op de mient gelegd worden op boete van tien
gulden, de desbetreffende zoden moest men dan
"aan de Zuijd zijde van het Raadhuijs" leggen.
In het jaar 1810 had het dorps
bestuur de aanbesteding "het
slegten effen maken van de
Kerke miend aan Huijsduijnen
en dan deselve te beleggen
met zooden".
Een mient, of meent, was een
gemeenschappelijk stukje
grond of weide. Van meent
stamt het woord gemeente.
De aannemer moest de grond
bij de kerk egaal maken "dog
aan de zijde van de nieuwe
hekjes een weijnig lager als
aan de Kerk", afwaterend dus,
maar "zijnde de peijl aan de
Zuid zijden van de Kerk bene-
130
Hetz.g. mol bord
werd veelal,
evenals andere
landbouw
werktuigen,
voortgetrokken
door een span
van twee
paarden
Deze afbeelding herinnert aan de "Kerkemiend" van Huisduinen