NIEUWEDIEP 127 Aan ene zijde ingesloten door het water, aan and're zijde door het vlakke lage land, ligt Nieuwediep, waar ik geboren ben. Bestaat er mooier oord nog dan tussen duin en buitenkant? Voor wie de stad langs het kanaal wil binnenkomen ligt, aan het begin hiervan, de bascule-brug. En wie vandaar de Binnenhaven ziet, de bomen, voelt zich voor altijd thuis en wil niet meer terug. Natuurlijk zijn er die minachtend zullen zeggen dat hier de wereld dichtgeplakt is met papier. Vermoei u niet om hun bewering te verleggen. Dat doet de zeelucht wel, de wind, de geur van wier. En ook de kotters die de haven gaan verlaten, van schepen op de ree het grijze silhouet, de smalle huizenrijen in de smalle straten, het carillon dat net een lied heeft ingezet. De veerboot zoekt als steeds zijn ligplaats in de haven, het grijze monument staat onder aan de dijk. Een stenen bank, een mast, die het verleden staven van luitenant De Jongh en commandant Van Speyk Wie hier geboren is, kan van zijn jeugd niet scheiden. Hij dwaalt nog langs de dijk, gaat vissen op het wad. Hij leeft zijn leven op het ritme der getijden dat ook de hartslag is van deze kleine stad. C. Wulffelé

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1993 | | pagina 31