DOM HELDER CAMARA Door G. KLEIN uit Oostvoorne
69
Helderse spraakgebruik in zwang waren en dit
wellicht ook nu nog zijn. Ter illustratie de vol
gende woorden:
temét bijna, schriebel mager ventje,
peeuwen klagen (lig niet zo te peeuwen), lie-
gebel leugenaar, een barrel iemand van
slecht gedrag, een flurt een schijntje, kwatten
spuwen, een tukkie doen een dutje doen,
schuilhokje spelen verstoppertje spelen, een
orekruiper een oorwurm, een urtje een heel
klein kind, een lessie een etensrestje, aan bar-
relen gaan stuk gaan, we benne we zijn, zul-
lie jullie, m'n eigen mezelf. Bijna al deze
woorden zijn evenwel afkomstig uit de
Westfriese taal en zijn derhalve niet puur Helders.
De verklaring van het woord "boet" dat men in
Den Helder kent als "schuurtje" zou, zoals
Harry van Loo veronderstelt, misschien te
maken hebben met het boeten van visnetten.
Harry vist hier echter m.i. achter het net! Het
woord "boet" is niet typisch Helders. We kennen
het woord ook in het Westfries en in Zuid-
Limburg met precies dezelfde betekenis. De ver
klaring hiervoor lijkt mij zeer eenvoudig. Het
Duitse woord "Bude" betekent o.a. schuur, keet
of barak. In de Duitse taal vinden we o.a. de uit
drukkingen "die Bude auf den Kopf stellen" en
"das bringt Leben in die Bude". Dat het woord
in Limburg voorkomt is niet zo verwonderlijk.
Het is eveneens zeer aannemelijk dat noord-
duitse immigranten, die zich zoals bekend om
economische redenen in Westfriesland vestig
den, dit woord in het heersende spraakgebruik
hebben geïntroduceerd. Echt oer-Helders bestaat
het? Ik houd zo mijn twijfels. Met spanning kijk
ik uit naar het volgende hoofdstuk!"
Ook de redactie van Levend Verleden kijkt met
belangstelling uit naar uw reactie en ziet die
gaarne tegemoet op ons adres: Javastraat 108,
1782 DG Den Helder.
Het was in oktober 1975 dat de beroemde en
geliefde Braziliaanse aartsbisschop Dom Helder
Camara in ons land was om een eredoctoraat
van de Vrije Universiteit in ontvangst te nemen.
Ik was bij de plechtigheid als toenmalig staatsse
cretaris van O. en W. aanwezig en had na afloop
ruim gelegenheid om met deze hoogst inte
ressante en ongelooflijk charismatische man te
praten. Toen ik hem liet weten dat ik in Den
Helder was geboren, vertelde hij mij hoe de
voornaam Helder er was gekomen.
Hij was het zoveelste (ik meen achtste) kind en
zijn vader begon langzamerhand te kort te
schieten in het bedenken van voor hem
aanvaardbare voornamen. Ten einde raad sloeg
hij een encyclopedie op en na wat geblader viel
zijn oog op "Helder, stad in Nederland,inwo
ners". De klank van het woord helder beviel
hem zo goed dat hij besloot (ik neem aan in
overleg met zijn vrouw) dat dit de voornaam zou
worden, in geval van een zoon.
De vader moet een fenomenaal ontwikkeld taal
gevoel hebben gehad, want hij vertelde zijn
zoon later: "Er straalt een grote openheid van
dat woord af'. Let wel: de andere betekenissen
van helder kende hij toen niet. Dom Helder leer
de pas van die andere betekenissen toen hij in
opleiding was bij de Nederlandse jezuïeten. Hij
gaf mij de Engelse vertalingen: clear, bright,
serene en lucid. Op mijn vraag of hij al eens in
Den Helder was geweest, antwoordde hij ont
kennend. Ik drukte hem op het hart, dat toch
vooral te doen en dan een wandeling over de
Dijk te maken omdat hij dan, bij redelijk weer,
al die andere begrippen van het woord met eigen
ogen zou aanschouwen. Ik heb het Bestuur van
de Universiteit nog gevraagd om, als het in het
programma zou passen, een tochtje naar Den
Helder te organiseren. Of het hiervan gekomen
is weet ik niet.