78 broer Joan Thomas. Laatstgenoemde werd geboren te Amsterdam in 1797. Hij was scheepsmaker en reder en eigenaar-concessiona ris van de schroefstoombootdienst op het Groot Noord-Hollands Kanaal. Gezien de grote belangen die hiernaast voor de Zur Mühlens gemoeid waren met de sleepvaart in en uit het Nieuwediep, moet hij zich reeds vrij vroeg in de aanvang van de negentiende eeuw alhier hebben gevestigd. Daarnaast mogen we aannemen dat hij ook de belangen van de werf "De Hoop" zo goed moge lijk behartigde, zodat bij averij aan de schepen te Nieuwediep gedokt kon worden. Op 43-jarige leeftijd, op 1 februari 1840 werd hij benoemd tot lid van de gemeenteraad; een functie die hij tot zijn dood zou bekleden. Kerkeraadslid Evenals andere vooraanstaande Helderse onder nemers behoorde hij tot de Evangelisch Lutherse Gemeente, waarbij hij een functie in de kerkeraad bekleedde. Hij was actief betrokken bij de bouw van de achtkantige kerk op de hoek van de Westgracht en de Breewaterstraat, die, gebouwd door de bekende Helderse ondernemers Gebr. Janzen, op 10 augustus 1856 werd ingewijd. Evenals zijn compagnon en vriend Edward Taylor woonde Joan Thomas in een van de heren huizen aan de Hoofdgracht. Na hem zes kinderen te hebben geschonken overleed op 15 mei 1850 zijn echtgenote Geertruida Bemardina Viehof. Als vice-consul van de Donau-monarchie wist hij zich verdienstelijk te maken tijdens de Deens- Pruisische oorlog van 1864, toen een vloot van acht Oostenrijkse oorlogsschepen gedurende een half jaar een schuilplaats vond in de haven van het Nieuwediep. Deze verdiensten werden van Oostenrijkse zijde gehonoreerd met zijn benoe ming tot Ridder in de Frans-Joseph Orde. Hoogtepunt Joan Thomas mocht getuige zijn van het meest spectaculaire hoogtepunt in de ontwikkeling van het Nieuwediep. Op 18 mei 1871 vertrok van hier de "Willem Drie" van de stoomvaartmij. "Nederland", nadat op 14 mei de feestelijk versierde en verlichte stad door talrijke bezoe kers uit Amsterdam, Rotterdam, enz. per extra trein en ook met extra boten van Zur Mühlen waren aangevoerd om de "Willem Drie" te bezichtigen. Terwijl de directie van de "Nederland' en de K.N.S.M. in het gebouw "Tivoli" repicieerde arriveerde ook Z.K.H.Prins Hendrik, die het vertrek van het passagiersschip zou bijwonen. Enige weken later, op 6 juli 1871 overleed Joan Thomas Zur Mühlen. Hij werd onder grote belangstelling op de Algemene Begraafplaats te Huisduinen begraven. Edward Taylor was hem vele jaren eerder voor gegaan evenals zijn oudste zoon Edward Allen Taylor. De eerstgenoemde overleed op 6 decem ber 1856; Edward Allen was reeds op 11 september 1854 overleden. Hij was 22 juli 1841 gehuwd met Berber Schoon, de dochter van de rijks- en gemeente ontvanger Lourens Schoon en liet uit zijn huwe lijk drie kinderen na. Een van de kinderen, Edward George maakte na aanvankelijk in Nederlands-Indië enige tegenslagen te hebben ondervonden een geweldige carrière. Als agent in Singapore toonde hij grote kwaliteiten. De scheepsagentuur was o.m. agent van de Kon. Paketvaart Mij. In 1893 werd hij benoemd tot Hoofdagent (later directeur) van de K.P.M. tot 1907. Intussen was de tweede zoon van Edward Taylor, geboren te Helder 6-8-1829, te Sidney (Australië) in het huwelijk getreden met Martha Francis, geboren te Bath (Engeland) in 1830 als dochter van de uitgever en drukker Francis' Printing Works aldaar. Na hun terugkeer in het vaderland betrokken zij de woning op de werf aan de Havendijk aan het Nieuwediep. In deze dagen floreerde het bedrijf steeds meer, zoals het hele havenbedrijf in het Nieuwediep floreerde. Veetransport naar Enge land nam een belangrijke plaats in evenals de aanvoer van hout uit de Oostzeelanden. M.M.J.H. (wordt vervolgd)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1993 | | pagina 14