77
Hoop" was gegleden. Wie deze naam aan de
werf gaf is niet bekend; was het Korff of waren
het de drie nieuwe eigenaars die in deze naam
hun toekomstverwachtingen tot uiting hadden
gebracht?
Naar Londen
Naast hun belangen bij "De Hoop" hadden zij
ook belangen bij de rederij. De Heldersche en
Nieuwedieper Courant van 2 maart 1846
berichtte dat wekelijks een afvaart zou plaats
vinden van den Helder (Nieuwediep) naar
Londen voor het vervoer van passagiers, goede
ren, hoom- en slachtvee. "Tot verdere inlichtin
gen gelieve men zich te vervoegen bij Van
Ulphen en Ruys, cargadoors te Amsterdam of
bij Gebr. Zur Mühlen en Taylor, scheepsmag-
naten aan het Nieuwediep".
Enige jaren later, op 1 november 1852 berichtte
hetzelfde blad dat de Minister van Binnenlandse
Zaken op 25 oktober van dat jaar "aan de heren
Gebr. Zur Mühlen en Taylor, makelaars en
scheepsmagnaten aan het Nieuwediep, onder
zekere bepalingen tot wederopzeggens vergun
ning had verleend voor een geregelde stoom-
bootdienst tot het vervoer van reizigers en goe
deren tussen den Helder, Texel en Harlingen".
Deze eerste stoombootdienst op Texel sloot min
of meer aan op de door Zur Mühlen onderhou
den lijndienst van den Helder op Amsterdam.
"Gedissolveerd"
Na ruim dertig jaren berichtte de Heldersche en
Nieuwedieper Courant van zondag 24 augustus
1862 het volgende: "Bij onderhandsche acte, op
den 31 Ju lij 1862 geteekend, hebben de onder-
geteekenden verklaard, dat de Vennoot
schappen, bestaan hebbende onder de firma van
Gebroeders Zur Mühlen en Taylor en onder de
firma van Gebroeders Zur Mühlen bereids met
den eersten junij 1860 zijn gedessolveerd en
opgehouden hebben te bestaan".
Een en ander vond zijn oorzaak in het uittreden
van Barend uit het bedrijf. Bij onderhandse akte
van 18 oktober 1864 droeg hij zijn onverdeelde
aandeel of een vierde gedeelte over aan zijn
Helderse botters met de scheepswerf "De Hoop" op de achtergrond