63
het Marsdiep steeds meer tot ontwikkeling
kwam, verlandde het Heersdiep echter in het
begin van de 16e eeuw. Deze voortgaande ver
landing nu was aanleiding tot conflicten tussen
de heren van Brederode (Callantsoog) en van
Egmond (Huisduinen). Het Heersdiep was nl. de
grens tussen beider jurisdictie.
Uit een in 1526 in opdracht van het Hof van
Holland gedaan onderzoek naar de situatie ter
plaatse blijkt onder meer dat de 74-jarige voorma
lige schout van Callantsoog, Maerten Adriaensz.
verklaard heeft dat "tusschen veertig en vijftig
jaaren (geleden) zoo plag 't zelve Heersdiep te
wezen drie vaem (ongeveer 5 meter) ofte
daeromtrent (en dat) die schepen uyt Zeelant
ende Vlaanderen komende in 't Oeg
(Callantsoog) van visch te halen, plagen daarin te
leggen gelijken of 't een haven geweest hadde...".
Callantsoog
Over de economische situatie in het zeedorpje
Callantsoog aan het eind van de 15de eeuw zijn
we vrij goed geïnformeerd door de Enqueste,
een belastingonderzoek uit het jaar 1494.
Pastoor Jan de Veent (36 jaar) en de schepenen
Ysbrant Aelbertsz. (71 jaar) en Jan Reyersz. (52
jaar) verklaren "dat zij bij tijden van den overlij
den van Hertoge Karei (Karei de Stoute,
gestorven 1477) hadden 180 haertsteden ende
als nu (1494)150 haertsteden".
"Angaende die neringe" zeggen zij dat zij zich
"een weinich generen metter koe ende met een
luttel zaylants, ende meest metten harinc varen,
te weten dat zij ses schepen, geheeten pincken
ende booten uytreeden, ten versschen harinck
varende, ende ooc metten zeiven schepen varen
te schelvisschen ende cabelliau...".
Zij verklaren tevens dat "huerluyden nering-
he... (wel de helft) beter was ten overlijden van
wijlen Hertoge Karei dan die nu es".
Uit een belastingonderzoek van twintig jaar later
(de Informacie van 1514) blijkt dat de situatie
als gevolg van (duin)verstuivingen nog meer
verslechterd is, zodat men geheel op de visserij
is aangewezen: "dat zij hem luyden generen ter
zee mit visschen alleenlick".
Huisduinen
In het iets noordelijker gelegen Huisduinen (112
haardsteden) is de toestand ongeveer hetzelfde.
Het lossen van vispinken op de oever van een stroom, naar een olieverfschilderij
uit het midden van de zeventiende eeuw