De prille beginjaren van de Vlamingstraat 57 Onhoudbare toestanden Geen bestrating Meststoffen en stank Geen riolering Schreeuwende behoefte aan woonruimte Het was een onhoudbare toestand waarin de bewoners van de Vlamingstraat en de beide Vroonstraten waren terechtgekomen na hun verhuizing van Vlissingen naar het Nieuwe- diep. Op hun woningen geen kritiek, maar openbare voorzieningen in hun wijk ontbra ken geheel. Geen bestrating, geen riolering en dus ook geen afvoer van hemelwater; geen straatverlichting en als erfafscheiding achter de huizen een sloot die na verloop van tijd helaas in een vuilnisbelt veranderde. Had het gemeentebestuur deze toestand niet kunnen voorkomen? De geleidelijke concen tratie van de marinewerven in Den Helder (rond 1860 werd het personeel van de Rijkswerf te Vlissingen naar hier overgeplaatst) veroorzaakte een schreeuwende behoefte aan woonruimte, maar aan bouwrijp gemaakte grond ontbrak het. Wie hoorde er ooit van een stratenplan, van een uitbreidings- of bestemmingsplan of van een stedebouwkundige? Eigenaars van landerijen in de hoek tussen het Helders kanaal, de Spoor straat en het spoorwegemplacement zagen hun kans schoon en verkavelden hun percelen in bouwgrond. Op het weiland Een van hen was Maarten Vroon (Alkmaar 1800 - Amsterdam 1882), op wiens weiland tussen 1830 en 1865 de beide Vroonstraten werden aangelegd. De huizen werden op het weiland gebouwd en de strook tussen de huizenrijen bleef als weiland of als "weg" in handen van de eigenaar van de grond, in de hoop deze t.z.t. aan de gemeente te verkopen. Helaas mocht dit niet slagen. Ook Pieter Vlaming (Texel 1827 - Den Helder 1904), aangelokt door het succes van Vroon, ver kavelde zijn weiland in kleine percelen bouw grond. Vele kleine aannemers haastten zich om de meest gunstige offertes aan te bieden, waardoor rond 1865 de Vlamingstraat werd gerealiseerd. Hoe deplorabel de toestand van de nieuwe Helderse burgers was, vertelde ene Jeremias reeds op 27 mei 1867 in zijn vers "De klagende Vlamingstrat, als hij zegt: Een andere buurtgenoot die het ontstaan en de naamgeving van de straten in versvorm vertelde, was Jan Gomes die op 31 januari 1879 hier werd geboren als zoon van Jacob Jz. Gomes en Immetje van Heerwaarden. Onder de klooster naam "Modestus" was hij vele jaren werkzaam als hoofd van de lagere school op "Stokershorst" en aan de Bisschoppelijke Nijverheidsschool te Voorhout. Hij overleed 17 januari 1959. Zijn zusters dreven vele jaren een kruideniersbedrijf je in de door hem bezongen Vlamingstraat. Modestus zei het in 1949 als volgt: De Vlamingstraat Boer Vlaming en zijn huisvrouw Vroon Zaten knusjes saam te praten. Ze hadden, gezond van lijf en leden, De levensbaan haast afgetreden. De welvaart was hun bijgebleven. Eenvoud, godsdienst, steeds hun streven; Doch 't missen van de kinderzegen, Daar konden ze volstrekt niet tegen! Mijn modderpoel, mijn slik, Met al zijn meststof, stank. Verspreidende angst en schrik, Blijft

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 25