EBRS. WIERING
49
dorpsbestuur was overeengekomen dat de we
zen geen geldelijk nadeel mochten ondervinden
door het plaatsen van een tolhek.
De ingebruikneming vond plaats op 8 april
1792, het weeshuis ontving f 120.0.0 voor het
eerste jaar.
Tolgaarder Comelis Hooft ontving f 25.0.0 voor
het innen van de tolgelden en het bijhouden van
een register.
Tevens kreeg hij één gulden en acht penningen
voor de onkosten aan schrijfbehoeftens.
Het zijn deze "schrijfbehoeftens" die, in de
vorm van een register in het Gemeentearchief
van Den Helder, de herinnering aan het tolhek
levend houden.
De postwagen
Uit het register van de tolgaarder blijkt dat er
niet echt veel rijtuigen, voetgangers of vee het
tolhek passeerden.
Een voorjaarsdag in mei 1792 laat de volgende
notities zien:
1 wagentje met 2 paarde en voerman met 2
passagiers: f 0.7.0
7 passagiers in de postwagen: f 0.3.8
1 boerewagen met 2 paarde en voerman: f 0.3.0
3 passagiers in de postwagen: f 0.1.8
1 sjees met 2 paarde en voerman: f 0.3.0
2 voetgangers: f 0.1.0
Dit gaf een dagopbrengst van achttien stuivers
en zestien penningen.
Ook de postwagen reed niet iedere dag zijn rit,
de notitie "geen postwagen bij de poord" werd
regelmatig gemaakt.
In verhouding met ander verkeer, kwamen de
postwagen, rijtuigen met twee paarden, voetgan
gers en ruiters te paard vooral voorbij.
Het eerste jaar ontving de tolgaarder f 564.10.10
aan tolgeld, maar omdat de totale uitgave
f 750.15.8 was, had men een negatief saldo.
Pas het tweede jaar, het weeshuis kreeg inmid
dels f 25.0.0 minder, had men een positief saldo
van f 177.5.2.
Hoge verwachtingen
Er werd door schout Van Herwerden en zijn
schepenen geen verlenging van het octrooij aan
gevraagd bij de Gecommitteerde Raden te
Hoom. De redenen zijn niet meer te achterhalen,
maar zullen waarschijnlijk de lage tolinkomsten
en de Franse bezetting van 1795, met al zijn
gevolgen, geweest zijn.
Al met al slechte omstandigheden voor een
dorpsbestuur dat hoge verwachtingen had van
het tolhek. Het verbeteren van de wegen zou dan
ook nog jaren op zich laten wachten.
Ondanks dat het tolhek geen reden van bestaan
meer had, liet men het tot in de jaren 1810 langs
"de Rijweg naar de Helder" staan.
RENS SCHENDELAAR
Bronnen: Gemeentearchief Den Helder, inventa
risnummers
107 (register weeshuis ontvangsten),
145 (besteding openbare werken),
189 (rekening tolhek) en
222 (octrooij tolhek).
Rijksarchief Haarlem: topografische kaarten en
tekeningen
LUXE
ROOD., BESCHUIT. EN
BANKETBAKKERIJ
i r
Prima Tafelbeschuit
MIDDENSTRAAT 53
HELDER
u
Specialiteit in
Bekroond: Rotterdam
October 1922