De Garst, een waardevol duinvalleitje
7
J. van Bennekom en R. Bekius
Ten zuiden van Den Helder, tussen Doggers
vaart, spoorlijn, Middenvliet en Langevliet lig
gen binnenduinen (of "nollen") met een inte
ressant duinvalleitje. Dit restant van het eilandje
"De Garst" is ten onrechte niet vermeld in de
Atlas Natuurterreinen; het moet daarin wel wor
den opgenomen, zoals zal blijken wanneer we in
het volgende zullen proberen verbanden tussen
heden en verleden te leggen.
GESCHIEDENIS
De zeer dynamische historie van het gebied tus
sen het voormalige eiland Huisduinen en de
Westfriese omringdijk is uitvoerig beschreven in
het pionierswerk van Westenberg, minutieus
aangevuld door Schoorl en verlevendigd met
anecdotes door Belonje.
De hoger gelegen gebieden in onze omgeving,
Wieringen, Texel en Huisduinen hebben een ste
vige ondergrond, ontstaan in de voorlaatste ijs
tijd, ongeveer 100 000 jaar geleden. Toen (laat-
Pleistoceen) reikte het ijs tot de lijn IJmuiden-
Nijmegen. Met name in het noordwesten van de
gemeente Den Helder liggen de pleistocene zan
den ongeveer 4 m onder het oppervlak, hoger
dan elders (Westenberg, 1964; Schoorl, 1973 en
1988). Op alle oude kaarten komen in de toen
malige wadden ten zuidoosten van het oude
Helder een aantal kleine "eilandjes" voor. Het
zand van deze "nollen" in het Koegras is kalkar-
mer dan dat in de omgeving. Mogelijk hebben
de eilandjes de Garst, Schooten, Torp,
Quelderduin (figuur 1) hun basis in het reliëf
van de pleistocene ondergrond. Ook kan opstui
ven van zand uit de omgeving een rol hebben
gespeeld bij het verder ophogen van deze duin-
tjes.
Op Torp moeten al voor 866 huizen hebben
gestaan (Belonje, 1974) maar toen was de hele
Noordkop nog hier en daar bewoond. Er zijn
aanwijzingen dat Torp ook kunstmatig is opge
hoogd als een terp. De Garst wordt in 1421 voor
het eerst genoemd (Schoorl, 1973, p 125). Oude
namen zijn gebruikt in de huidige plattegrond
van Den Helder:
Op de plaats van het oude Torp ligt een woonerf
dat ook Torp heet, maar het huidige Quelderduin
ligt niet op de plaats van het oude; het stuk van
de Schooten ten westen van de spoorlijn heet nu
"de Nollen" en het kleine overblijfsel van het
oude eilandje"de Garst" wordt door velen nog
steeds "de Nollen" genoemd.
Het is een soortnaam; eigenlijk zouden we deze
binnenduintjes "de nollen van de Garst" moeten
noemen.
Een uiterst belangrijke verandering werd ingezet
door de aanleg van de Oldenbarnevelt-dijk in
1610. Deze stuifdijk (de huidige Zanddijk) werd
van Callantsoog naar de toenmalige Oogh-
duinen (later verbasterd via Doggerduinen tot de
huidige Donkere Duinen) aangelegd om het
voorland van West Friesland beter te bescher
men. Plannen waren er al langer, maar een
watersnood met dijkdoorbraken in januari 1610
gaf de doorslag bij de Staten van Holland om
hiervoor geld uit te trekken. Binnen een paar
maanden kwamen de benodigde ruim 279 517
guldens op tafel. Het is vaak zo gegaan met gro
te waterstaatkundige werken: de watersnood van
1916 gaf de doorslag voor de afsluiting van de
Zuiderzee, die van 1953 leidde tot het Deltaplan.
Al in 1600 waren door de uit Antwerpen afkom
stige Isaac Le Maire verzoeken ingediend om
meer land te winnen ten zuidoosten van
Huisduinen. Ongetwijfeld zal vertraging zijn
opgetreden door de voor Huisduinen en Den
Helder rampzalige pestepidemie van 1604,
waarbij in enkele weken meer dan de helft van
de bevolking omkwam (Bremer en Schoorl,