"Oorkonden in steen" tijdschrift zijn de resultaten gepresenteerd Brug- geman en Vermaas bekeken de archieven op de volgende punten: bereikbaarheid, entree, inrich ting en dienstverlening in de studiezalen, de toi letten, de garderobe en de kantine. De openingstijden van de studiezalen verschil len enorm. In een aantal archieven blijkt het baliepersoneel niet de moeite te nemen een nieu we bezoeker duidelijk uit te leggen waar hij of zij heen moet. 'Hoewel het personeel aan de balie het visitekaartje van het archief is, reali seert men zich dat niet altijd voldoende', conclu deren Bruggeman en Vermaas. De voor de bezoeker gereserveerde ruimte in de studiezaal is vrijwel overal beperkt. Vooral bij de leesappa- raten 'zit je soms bijna bij de buurman op schoot', constateren de onderzoekers. De bezoeker van een archief moet over veel geduld beschikken. Drie kwartier wachten op aangevraagde stukken is geen uitzondering. Dit kan echter nog oplopen. In een aantal archieven hebben de medewerkers een lunchpauze van anderhalf uur. De dienstverlening wordt dan vol ledig stopgezet. Bruggeman en Vermaas werden diverse malen geconfronteerd met studiezaalambtenaren die bezoekers lastig vinden, vooral als ze ook nog met vragen komen. 'Deze ambtenaren vinden andere bezigheden belangrijker dan dienstverle ning en dat laten ze duidelijk merken.' Maar ook ontmoetten ze 'overenthousiaste medewerkers'. Die zijn zo begaan met het onderzoek van de bezoeker 'dat er nauwelijks meer van af te komen is'. In alle archieven bestaat de mogelijkheid foto kopieën te maken. Het ontbreekt echter aan hel dere richtlijnen wat gekopieerd mag worden en wat niet. De bezoeker is afhankelijk van de wil lekeur van de studiezaalmedewerker. Met de kantines in de archieven is het droevig gesteld. Koffie is vaak slechts eenmaal 's och tends en thee eenmaal 's middags te verkrijgen. Wie later komt heeft pech gehad en kan op een droogje zitten. 'Een koffieautornaat en geldwis selaar lijken ons een minimale vereiste', schrij ven Bruggeman en Vermaas. De onderzoekers vinden het schandalig dat hoewel archieven openbare gebouwen zijn, ze nog steeds niet alle maal toegankelijk zijn voor invaliden. Bruggeman en Vermaas hopen dat hun onder zoek ertoe zal leiden dat in de archiefwereld meer wordt stilgestaan bij de dienstverlening aan het publiek. deel 3 in de Helderse Historische Reeks Komend najaar verschijnt als derde deel in de Helderse Historische Reeks de uitgave "Oor konden in steen", van de hand van onze redac teur drs. J.T. Bremer. Dit 118 pagina's tellende boek bevat een selectie van de verhalen, die Jan Bremer onder dezelfde titel heeft geschreven voor de Helderse Courant. Wie is het niet met hem eens? Weinig, bitter weinig herinnert in Den Helder en Huisduinen aan de roemruchte dagen van weleer. De dagen van de walvisvaart, de koopvaardij, de Oost- en West-Indische Compagnie. Al die duizenden schepen, die het Marsdiep in- en uitvoeren, met werk en brood voor talloze mensen. Een der weinige plekjes met tastbare herinnerin gen is de oude begraafplaats van Huisduinen met zijn eeuwenoude grafzerken. Eenvoudige monumenten op de laatste rustplaatsen van com mandeurs-ter-walvisvaart, koopvaardij-kapi- teins, kaagschippers en zeeloodsen, opzieners van 's Lands schepen van oorlog, en niet te ver geten de neringdoenden, die - als het erop aan kwam - nog het meest van allemaal verdienden aan de 17e en 18e eeuwse bedrijvigheid op het Marsdiep. Grafzerken ook van de vrouwen van de rijkdom-van-toen en zelfs op een enkel, aan doenlijk kindergrafje. Een dertigtal van die grafzerken wordt behan deld in "Oorkonden in steen". De oorspronkelij ke artikelen in de Helderse Courant werden door 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 13