HEERLIJKE TIJD Kritiek op dienst betoon in archieven De "Hogedorpstraat" was de laatste straat van het stadsdeel waarin zich de gasfabriek bevond. Wie daar woonde kon vanuit zijn huiskamer Tuindorp zien liggen. En waar nu de Ruyghweg gelegen is, bevond zich toen het zogeheten Zwarte Pad, dat begon aan het eind van de Sluisdijkstraat en eindigde in vergetelheid ergens ver weg in het Oosten. Wandelde men in die richting dan zag men ongeveer ter hoogte van de plek, waar nu de Stakman Bossestraat is, aan de linkerkant van het pad een zeer eenvoudig klein huis, witge kalkt en ietwat scheef gezakt. Vanuit de verte zag men er 's avonds licht bran den. Naar men zei woonde daar Mieldijk, de orgeldraaier. Voordat men op z'n wandeling dit huis bereikte, was men rechts langs een boerderij gelopen. Een behuizing was er niet bij dat bedrijf. De boer woonde met zijn gezin in de Van Hogen- dorpstraat naast een kruidenierswinkel. Even plotseling als een weersverandering was de familie vertrokken en vestigde zich in het vrijge komen huis een talrijk gezin. Behalve een groot aantal kinderen waren daar twee tantes. En de beide ouders natuurlijk. Men was er gastvrij en er werd veel gelachen. Het is nauwelijks voor stelbaar, dat dit alles bijna zeventig jaar geleden is. Een huis verder woonde een familie, waarvan de vader uit louter liefhebberij almaar hetzelfde deuntje op een harmonica speelde. Of hij was met zijn zoontje achter het huis aan het voetbal len. Dan was daar een geschuifel en gestamp van voeten op de gele steentjes van het plaatsje. En omdat er nu eenmaal spelregels zijn, werd bij tijd en wijle juichend geroepen: "Pinantie!" gevolgd door een daverende knal tegen de schutting. Dan was het zomer met alle dagen mooi weer en immer reden voor blijdschap. Honderd haringen om een dubbeltje en een bosje radijs kostte een cent. "Lang vervlogen dagen! Heerlijke tijd! Heerlijke tijd, dat wij verblijd Saam in de echt zijn verbonden" zingt ergens een buurvrouw. Overal staan de ramen open. Gejengel van radio's is er nog niet. Wie muziek wilde horen moest het zelf maken. Of er kwam het orgel van Mieldijk. En wie was "Wollefie" ook weer? KRIJN BONKESCHIP Een trouwe lezer van "Levend Verleden" - en kennelijk ook van andere periodieken - heeft ons een knipsel toegestuurd uit het "Historisch Nieuwsblad" van april 1992. Daarin wordt aan dacht geschonken aan een "consumentenonder zoek" naar de dienstverlening in een aantal openbare archieven, die - zo blijkt - vaak te wen sen overlaat. Het "Historisch Nieuwsblad" schrijft hierover het volgende: Er schort nogal wat aan de dienstverlening van Nederlandse archieven. Nieuwe bezoekers krij gen nauwelijks uitleg, de wachttijden voor opge vraagde stukken zijn enorm en vragenstellende bezoekers worden als lastig ervaren, om enkele tekortkomingen te noemen. In opdracht van het Nederlands Archievenblad onderzochten Marijke Bruggeman en Annelies Vermaas tussen april en oktober 1991 de dienst verlening van tien rijks-, gemeente- en streekar chieven. In het meest recente nummer van het 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 12