vangst waren de middelen van bestaan. Op Quelderduin was lange tijd een zeer lucratieve vogelkooi in gebruik. Vooral op de Garst moet het leven van de bewo ners nogal eenzaam en soms riskant zijn geweest. Een verkort citaat uit een brief van een der heren van Callantsoog (Schoorl, 1973, p 413) over een overstroming van het zuidelijke deel van het Koegras bij Callantsoog: "Het is daar Buytenveld! En wordt'er wat gewonnen, daar vallen ook jammerlijke slagen; op 29 april 1741 verdronken 300 schapen, 600 lammeren, 5 paarden en een koe, samen 5000 guldens waard. Een bruiker, Hillebrand Willemsz Muller behield ternauwernood het lee- ven, wordende sig aan de staart van een swem- mend paard vasthoudende, wel 300 roeden ver de hoogtens van den Zanddijk opgesleept" Op de stafkaart uit 1900 is het "duingebied" van de Garst veel groter dan nu. Verschillende bewo ners van de Garst en anderen die daar te gast waren herinneren zich nog dat de nollen voor de oorlog heel idyllisch waren met bosjes, veel vogels, enz. Volgens gegevens van het Gemeentelijk Ka daster van Den Helder is er vooral na 1953 zand afgegraven, waarmee o.a. Nieuw Den Helder bouwrijp is gemaakt. Het afgegraven deel is als bollenland in gebruik. Er resteren nog bijna 2 van de oorspronkelijke 27 hectare. HUIDIGE TOESTAND De nu nog bestaande nollen van de Garst, waar in tijdens de oorlog duitse bunkers zijn gebouwd, omsluiten een vochtig valleitje. Het doet merkwaardig aan om de met helm begroei de hoogten letterlijk als een eiland uit het omrin gende bouwland te zien oprijzen (fig. 2). Momenteel dient het terrein als opslagplaats van bouw-materialen; ook is er recent grond gestort. Het mag een wonder heten dat het fraaie duin- valleitje nog gedeeltelijk intact gebleven is. Gedeeltelijk is dit te danken aan de bunkers, die volledige afgraving veel te duur maken; ook bewaking door de vroegere en huidige gebrui kers zorgt voor bescherming. De vegetatie in het valleitje bestaat voorname lijk uit kruipwilg, maar van de andere plante- soorten zijn het met name de (beschermde!) orchissen die, in combinatie met het geheel, de bijzondere waarde nog eens verhogen. De Garst is mogelijk het enige terreintje in de Noordkop, waar, zonder specifieke beheersmaatregelen, elementen van de vegetatie van natte duinvallei en zich in combinatie met orchideeën (fig. 3) hebben kunnen handhaven. In de met helm begroeide duintjes komen verder o.a. duindoorn, duinriet, eikvaren, zandkool, muurpeper, echt walstro en ringelwikke voor. Vanzelfsprekend is de vegetatie aan weerszijden van de weg (fig. 4) sterk beïnvloed door de stort van grond en de opslag van allerlei materiaal. In deze verstoorde situatie, waar veel mineralen vrijkomen, hebben zich met name de zogeheten ruderale plantesoorten gevestigd, zoals akker distel, brandnetel, paardebloem, bijvoet, smalle weegbree en harig wilgeroosje. Het verschil in 10 Fig. 3 Eén van de inheemse orchideeënsoorten uit het val/eitje. Nauwkeurige determinatie van deze families is uiterst lastig. Het gaat in dit verband meer om de fraai getekende bloemen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 10