gecommitteerden raden in Westvriesland en 't Noorderquartier aan de Helder present zijn". Het bovengenoemde college kwam tot de vol gende uitspraak: met ingang van 1 september 1753 was de helft van iedere veertigste penning van een partij afgeslagen vis bestemd voor "het godshuijs". De andere helft was voor de pachter "tot goedmaking van de kosten ter saken van deese verschillen gevallen". Dit was aanmerkelijk lager dan de eis van de weesmeesteren van Den Helder en Huisduinen, die een stuiver per gulden bedroeg. Toch konden beide partijen zich hierin vinden en werd het geschil bijgelegd. De afslagvoorwaarden van de pachtperiode 1755-1758, die onder leiding stond van Aarjen Kieboom, met borgen Claas Keuken en Hendrik Broertjes, vermelden deze extra hef fing niet meer. ZOMER 1789 De afslag van Huisduinen neemt nog maar een kleine plaats in en zou zijn bestaansrecht om streeks 1806 verliezen als "de vismarkt aan Huisduijnen" met Pieter Bijl als afslager. De handel verplaatste zich namelijk hoe langer hoe meer naar de "kleijne vismarkt aan Den Helder" en is uiteraard met zijn tijd meegegaan. De afslager pacht de afslag niet meer, maar wordt door de schout aangesteld. De vissers van buiten deze streek betalen nu drie stuivers boven iedere gulden geveilde vis. Dit werd als volgt verdeeld: "één voor t dorp, één voor t weeshuis en één voor den afslager". Vooral de stuiver voor het dorp is opvallend, want voorheen was het gemeentelijk inkomen van de afslag de jaarlijkse pachtprijs, die door de afslager pachter aan de schout werd betaald. De eigen en Texelse vissers betaalden deze stui ver niet, maar wel vier penningen voor het wees huis, wat voorheen nog niet gebruikelijk was, en "één stuijver voor den afslager". Op de afslag zelf was er niet veel veranderd. Afslager Comelis Brouwer moest, als er vis naar de afslag was gebracht en "den omroeper het dorp rondgelopen zal zijn" om de verkoop aan te kondigen, de vis afslaan "als vanouds gebruike lijk is". Na de afslag aan de Kleijne Vismarkt verhuisde deze achtereenvolgens naar de Vismarkt in de Visbuurt, het Havenhoofd aan de Buitenhaven, om zich definitief aan het Nieuwediep te vesti gen. Deze huidige afslag is echter weer te klein om de aan- en afvoer van de vis in goede banen te kunnen leiden. De plannen voor een nieuwe afslag zijn er, met als lokatie het huidige terrein, met een uitbrei ding noordelijk daarvan. RENS SCHENDELAAR Bronnen: Gemeentearchief Den Helder, inventa risnummer 180 visscherij; A. Korff, Beknopte geschiedenis van Huisduinen en Den Helder, Haarlem, 1958. 128 Een kabeljauw voor de schout

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 32