120 schuur. Soms mocht je bij de baas thuis naar de w.c., maar soms had de goede man er geen en was er slechts een huisje bij de sloot. Soms was er zelfs geen waterleiding en dan dronk je water uit de waterput. De aanvoer van bollen was ongelijk want bij het rooien was men afhankelijk van het weer. Als het land te nat was, kon er niet gerooid worden. En er moest zo snel mogelijk na het rooien gepeld worden, want langer laten liggen - zoals nu - gaf grote problemen. Omdat de bollen pas na het pellen gesorteerd werden, had je vaak van alles door elkaar, groot en klein. En als er een partij met veel grote bol len op de tafel werd gestort, was die partij vaak voor de vrouw-van-de-baas, in elk geval niet voor ons, Helderse schooljongens. Sommige bollen waren geweldig stug en dan kreeg je "tul pevingers". Je vingertoppen werden dan rood en pijnlijk, je kreeg scheurtjes in je nagelriemen en vooral je duim en rechterwijsvinger deden zeer. Som migen deden oude handschoenen aan, anderen deden pleisters of van dat zwarte isolatieband om hun vingers, maar ideaal was 't niet. In sommige schuren was niet eens water en zeker geen handdoek en zeep. Als je wou eten moest je je handen maar afspoelen in een emmer water uit de regenput. Bij het schaften gingen we als 't even kon lekker buiten in het zonnetje zitten, gewoon in het gras of op een kist of een lorrie. Roddel Soms was het erg gezellig in de schuur. Vooral bij de kleine kwekers met een aardige vrouw - en die waren er hoor! - zaten we vaak gezellig te kletsen of ...te zingen. Ja, inderdaad "Kun je nog zingen, zing dan mee!" We leerden toen nog zin gen op school, tweestemmig zelfs en ook in zo'n simpele, stoffige bollenschuur klonk dat fijn. Nee, als de sorteermachine aanstond ging dat natuurlijk niet, maar dat was lang niet altijd het geval. Ik heb het echter ook anders meegemaakt. Tsjonge, wat konden sommige vrouwen rodde len over die-en-die die trouwen moest. Moest? Waarom? Wisten wij veel! of over ....ach wat doet het er toe. Als ik heel eerlijk ben - en waar om zou ik dat niet zijn - de ergste roddelaarsters en nou ja, laat ik 't maar zeggen zoals het is, "vuilspuitsters", waren toch de vrouwen uit be paalde buurtjes in Den Helder. Ik heb als jongen, veertien, vijftien jaar oud, dingen in de bollen schuur gehoord, die ik beter niet had kunnen horen. Het feit dat de schuurbaas daar een eind aan maakte door de "dames" tenslotte weg te sturen - hetgeen met enorm protestkabaai ge paard ging - veranderde daar niets aan. Het is overigens het enige "arbeidsconflict" dat ik me herinner. Er werd wel eens gemopperd over de geringe verdiensten, maar eigenlijk nooit open lijk, alleen onder elkaar. Als je écht vond dat je werd onderbetaald, dan ging je de week erop gewoon naar een ander. Om daar te ontdekken dat daar wel wat meer verdiend kon worden, maar dat er weer andere nadelen waren. En zo is 't, er is overal wel wat. J.T. BREMER Tot op de huidige dag betekent het rapen en pellen van bollen een leuk zakcentje voor menige scholier

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 24