118 name door een groeiend tekort aan goedkope arbeidskrachten kwam toen ook in het bloem- bollenbedrijf de mechanisatie op gang: ploegen, planten, ja zelfs het rooien (en sorteren) ging tenslotte machinaal. Ook het wieden, "koppen" en "ziekzoeken" werd veel minder arbeidsinten sief, omdat men bestrijdingsmiddelen gebruikte. Maar één ding is toch eigenlijk gebleven: het bollenpellen. Bollenpellen in de jaren veertig Mijn bejaarde moeder heeft het stoeltje nog steeds. Het doet al jaren geen dienst meer en staat ergens op zolder, maar ze wil het niet weg doen. De stoel was haar trots. Het was haar stoel, zelf verdiend. Veertig gulden had dat ding gekost. Het weekloon van een arbeider in de jaren na de tweede wereldoorlog. M'n vader vond het maar onzin. We hadden stoelen genoeg. Gewone rechte stoelen met biezen zit tingen. Hij zelf had een oude leren fauteuil, geërfd van zijn vader. En nu wilde mijn moeder óók zoiets. Niet zo zwaar, niet van leer, maar gestoffeerd, met houten armleuningen en een mooie fijnmazige rechte rug van rieten vlecht werk. "Zonde van het geld", vond mijn vader, die heel wat textiel in de polder moest verkopen eer hij zo'n bedrag had verdiend. "Dan verdien ik 't zelf wel", sprak mijn moeder opstandig. "Ik ga bollen pellen". Mijn vader was niet gelukkig met deze oplossing. Zijn vrouw bollenpellen? Dat was werk voor arbeidersvrouwen en voor de vrouwen van de kleine bollenkwekers. Bovendien zou ze hele dagen van huis zijn. Hoe zou dat dan gaan met het huishouden? Zou hij 's avonds zijn warme "prak" wel op tijd krijgen? Maar mijn moeder had er kennelijk al lang over nagedacht, want toen ze hem zag aarzelen zei ze gauw:" De jongens zijn naar school en kunnen bij de buurvrouw broodeten. En ik zorg heus wel dat ik 's middags op tijd terug ben om het eten klaar te maken." Nog aarzelde mijn vader, maar toen ze zei met wie ze ging pellen en waar, gaf hij toe: "Nou goed, voor een week dan." Hoeveel weken het zijn geworden weet ik niet meer, maar méér dan één. En toen de schoolvakantie begon ging ik mee, want m'n moeder was met verhalen thuis gekomen over in mijn ogen astromische bedra gen die andere kinderen óók met bollenpellen verdienden. De meisjes op deze foto zijn intussen misschien wel twintig jaar ouder geworden, maar het werk is nauwelijks veranderd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 22