115 spoedige werderkomst van Christus (Marana- tha). De vergadering der gelovigen kwam bijeen in het gebouw Molenstraat 93 (1913-1990), sedertdien in het voormalig kerkgebouw der Christelijk Gereformeerde Gemeente aan de Steengracht. Staalman was het politiek gezien eens met de christelijke partij zoals Abraham Kuyper die eens begonnen was. De tragiek was dat Kuyper in de loop der jaren steeds verder was "wegge- groeid" van z'n oorspronkelijke idealen en dat Staalman hardnekkig vasthield aan de ideeën van de jonge, idealistische Kuyper. De jonge Kuyper immers had 't opgenomen voor de ar men en verdrukten, de "kleyne luyden". Evenals de jonge Kuyper was Staalman geen so cialist. In een tweetal brochures getiteld "Sociaal-democratische onzin" en "Een socialist in het valletje" bestreed hij het socialisme. Een menselijke heilstaat was in zijn denken een onmogelijkheid. Het heil is uit God, nooit uit de mens. Hoewel Staalman zich fel keerde tegen misstanden bij de marine en zich antimilitarist noemde, was zijn streven in feite alleen gericht op een drastische vermindering van de defensie uitgaven. Wel een verdedigingsleger, maar niet te duur, al mocht er op het eten niet bezuinigd worden. Pannetje snert Beroemd is het verhaal dat Staalman eens een pannetje marinesnert meenam naar de Tweede Kamer om de minister zelf eens te laten proeven wat zijn ondergeschikten te eten kregen.... Bekend is ook zijn voorstel om ter beteugeling van de "zedeloosheid" een rijksbordeel op te richten: hygiënisch en voordeliger! Pogingen van socialisten om verbeteringen in de leefomstandigheden van marinemensen aan te brengen, heeft Staalman niet altijd kunnen waar deren. "Anderhalve man en een paardekop" hoonde hij onder meer over het aantal S.D.A.P.- getrouwen, die een klein koffiehuis - zonder vergunning- aan de Westgracht probeerden gaande te houden. En in zijn lijfblad "Extra Tij ding" ging hij niet alleen de liberale officieren, maar ook de blauwe-knoop-socalisten honend te lijf. Uit angst voor stemmenverlies bij de minde re man? Erg progressief was Staalman niet. Hij was vóór de doodstraf en tegen het vrouwenrecht. Goed beschouwd was de Staalmanvleugel in de A.R.P. van die dagen slechts een rechtlijnige voortzet ting van de A.R.P.-partijlijn uit de beginperiode van de jaren zeventig. Staalman was bepaald geen nieuwlichter, inte gendeel, hij was een zeer sociaal bewogen mens die opkwam voor de gewone man en die er on overkomelijke moeite mee had dat Kuyper, toen hij met zijn coalitie-kabinet aan het bewind kwam (1901) water in de wijn ging doen om de conservatieven aan zich te binden. Eigenlijk wist Kuyper heel goed dat Staalman gelijk had als hij betoogde dat niet hij, Staalman, maar Kuyper zélf afweek van de zuivere A.R.- leer. Kuyper zei niks als zijn partijgenoot Staalman hem in de Tweede Kamer voorhield wat hij zélf vroeger allemaal had betoogd: AP. Staalman: de horzel in de pels van de „grote beer" Abraham Kuyper

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 19