Peilingen in de jaren 1828 tot 1853 lieten zien
dat "de diepte in het Marsdiep wel niet vermeer
dert, maar toch dat zij langzamerhand op de
meest uitsteekende hoeken van de zeewering de
kust nadert". Dat was niet gevaarlijk, maar ver
eiste wel "jaarlijkse bestortingen". Uit de pro
vinciale kas werd in dit jaar bijna 27.000 gulden
besteed aan de Helderse zeewering.
Voor de aanleg van een duinwaterleiding "van
uit den voet der Zeeduinen bij Huisduinen naar
den Helder, de maritieme werf Willemsoord en
door de Koopvaarders - binnenhaven naar het
Nieuwediep" werd een concessie verleend, maar
van de uitvoering daarvan had men in Haarlem
nog niets vernomen. Het plan was om op kleine
re schaal als de Amsterdamse duinwaterleiding
maatschappij "in versch en zuiver drinkwater"
te voorzien voor Helder en de van het
Nieuwediep vertrekkende schepen.
BESTRATING
"Ter voltooiing van de bestrating aan den Helder
zullen nog groote kosten moeten worden aange
wend, welke men van tijd tot tijd uit de gewone
inkomsten hoopt te kunnen bestrijden.
Intusschen worden de nog niet bestrate wegen in
zoo goed mogelijke staat onderhouden. In het
afgelopen jaar is het voetpad aan de zuidzijde
van het Heldersch kanaal voor een groot deel
opnieuw bestraat en aanmerkelijk verbreed,
waardoor aan eene sedert lang bestaande
behoefte voldaan is".
LANDBOUW
De veeteelt was hier van belang en in 1853 nog
al winstgevend vanwege stijgende prijzen van
vee, boter en kaas. De longziekte die in Noord-
Holland heerste, trof nauwelijks Helderse koei
en. De veestapel ter plaatse omvatte 361 paar
den, 1745 runderen, 4066 schapen (52 houders
van schaapskudden), 27 varkens, 11 bokken en
39 geiten. Het aantal varkens kan heel wat hoger
geweest zijn in de loop van het jaar, want de tel
ling werd in december gehouden toen veel var
kens al geslacht waren voor de winter.
Naar Engeland was een "bijzondere levendige"
veeëxport; vanuit Helder werden 5 paarden,
5731 runderen, bijna 39.000 schapen en 147
varkens per schip naar Londen vervoerd.
De Helderse boerinnen maakten, al dan niet met
hulp van "een meid", 25.000 kg boter en
150.000 kg kaas. Voorts waren de schapen goed
voor 14.000 kg wol, die 95 cent per kilo
opbracht. Dat alles betekende welvaart voor de
boeren, maar de gewone man ondervond zoals
gezegd veel problemen door hoge voedselprij
zen. Het in die kringen veel gegeten roggebrood
kostte in januari 1953 nog ruim 9 cent, in
december was dat al gestegen tot 13 cent. De
(wat) meer gegoeden werden geconfronteerd
met stijgende vleesprijzen.
VISSERIJ
"Zeer belangrijk was de hoeveelheid oesters, die
uit de bewaarplaatsen aan Den Helder werd
afgeleverd. Zij beliep over een miljoen stuks, of
het dubbele van het voorgaande jaar en het tien
dubbele van 1851. Aanzienlijke prijsverminde
ring gaat met dezen meerderen uitvoer gepaard.
Men betaalde in het afgelopen jaar f 14 per dui
zend, tegen f 20 in 1852 en f 35 in 1851".
106
De aanleg van de draineerleiding naar de waterlei
dingduinen, gefotografeerd op 19 juli 1918.
De derde persoon van rechts, met strohoed, is de
toenmalige directeur, de heer J.N.E. Teune