73
Een schreeuw
Ik kwam een wintermiddag bij het rustig water
dat tussen land en eiland in de ebstroom liep.
Een verre nevel hield de horizon gesloten.
Ik hoorde het geluid van schepen in 't Marsdiep.
En witte vogels dreven op dit rustig water,
Maar uit de nevel rondom mij weerklonk een schreeuw
die klagend uit steeg boven het geluid der schepen.
O God, dacht ik, is dit mijn stem? Is het een meeuw?
Toch krijsen meeuwen vaker bij onrustig water
als dit door wind en komend tij wordt opgejaagd
en landinwaarts gaan de witte vogels en de schepen.
Is er een storm op komst waarvan die schreeuw gewaagt?
C.W.
Den Helder
Tussen Erfprins en Dirksz Admiraal,
Achter de forten aan het kanaal
Vanaf Kaap Hoofd tot Buitenkant
ligt, als in de holte van een hand,
Den Helder, stad aan het Marsdiep.
C.W.