69
HELDERSE JAREN 1851-1875
door dr. L.F. van Loo
Aflevering 2: 1852
Echtscheidingen zeldzaam
Comité voor warme spijzen
Cornelis Dito, moedig man
Nog geen gaslantaarns
„Paardenjagerij", 0,50 per uur
Amsterdam vreest concurrentie
Helderse jaren 1852
BEVOLKING
Het aantal inwoners nam toe van 10.923 tot
11.252 "wettig". Feitelijk verbleven er 12.664
mensen in onze stad. Daaronder zijn begrepen
135 militairen van de zee- en 511 van de land
macht, alsmede een gevangene. Den Helder
kende zowel een geboorten- als een vestigings
overschot, met andere woorden een gezonde
situatie.
Opmerkelijk is de scheiding van tafel en bed van
een echtpaar met 8 kinderen; van twee paren
werd de echt ontbonden. Dat scheiden kwam
toen vrijwel niet voor in Noord-Holland (en
elders).
Alleen Bloemendaal kende een scheidingsgeval
en Amsterdam uiteraard meerdere (28).
GEMEENTEBESTUUR
Mr. S.H. Lette, burgemeester en raadslid, ver
trok naar elders en dus moest een nieuw lid in de
gemeenteraad in zijn plaats gekozen worden.
Van de 511 kiesgerechtigden (mannen van een
zekere welstand) namen er 222 (ruim 40%) aan
de stemming deel; J. Schoon werd gekozen.
Deze Schoon was notaris, gemeente-secretaris
en lid van Provinciale Staten. Krachtens de nieu
we gemeentewet van 1851 was een combinatie
van de eerste twee ambten niet toegestaan, waar
op Schoon koos voor het ongetwijfeld lucratieve
ambt van notaris. L. Verhey werd zijn opvolger
als gemeentesecretaris.
Den Helder stond er als gemeente goed voor,
getuige het batige saldo van f 7090,- over 1851.
De allervoornaamste inkomstenbron, de belas
tingen - vooral accijnzen - leverde ongeveer
f 74.000,- op. Maar er waren ook grote uitgaven
posten en kostbare plannen.
Het gemeentebestuur kostte f 10.000,-, publieke
werken vergden f8150,-, de openbare veiligheid
f 12.435,-, armwezen f 20.600,- en onderwijs
f 9.225,-. Voor de bouw van een algemeen wees
huis (aan de Kerkgracht, later raadhuis) leende
de gemeente 25.000 gulden.
KERKELIJKE ZAKEN
Den Helder herbergde een "Israelietische" en
een "afgescheiden" gemeente, onder meer. De
laatste was een uit de hervormde kerk gestapte
groepering en een voorloper van de gerefor
meerden, die nogal moeilijk lag toentertijd, wat
bijvoorbeeld blijkt uit het niet met een hoofdlet
ter schrijven in officiële publikaties.
De hervormde gemeente leende in 1852 een
bedrag van 7000 gulden tegen 5% om de kerk te
kunnen herstellen en om een voorschot dat het
gemeentebestuur indertijd had verstrekt om die
kerk te kunnen gaan bouwen, af te betalen.
De doopsgezinden tenslotte startten met de
bouw van een nieuwe kerk en kregen daarvoor
f 1000,- van de provincie.
ONDERWIJS
De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
departement Den Helder, had een zangschool tot
stand gebracht die 83 leden telde in 1852. De
tekenschool, naar ik meen ook al een initiatief
van 't Nut, had 32 leerlingen en was bedoeld
voor ambachtslieden in opleiding.
De jongelui "ontvangen onderwijs in zoodanige
beginselen van het teekenen, als hun het meest
dienstig zijn kunnen, bij de waarneming van hun
beroep".