89
staan. Integendeel: de naam Julianadorp, die
behoort bij een bepaald, karakteristiek geheel,
wordt hiermee ten onrechte geplakt op een wijk
met een totaal ander karakter, waar bovendien
een geheel ander naamstramien heerst - dat de
Raad wél handhaaft - dat in geen enkele relatie
staat met de naam Julianadorp welke de wijk nu
draagt. Het is uit een oogpunt van naamgeving
een rommeltje geworden en onhistorisch boven
dien. Kortom: zeer betreurenswaardig.
Namens D66 heeft het raadslid T.RC. Schui
temaker er onlangs bij de N.Z.H. bezwaar tegen
aangetekend, dat deze op bussen, in dienstrege
lingen, op bushaltes en in folders nog steeds de
naam Drooghe Weert blijft voeren, ondanks het
gemeentelijk besluit en die naam te vervangen
door Julianadorp (Held. Crt. 9.10.1991).
Kennelijk heeft D66, evenals de gemeenteraad,
niet de moeite genomen zich te verdiepen in het
waarom van de naamgeving Drooghe Weert, en
wanneer dat wél is gebeurd, geeft deze partij
blijk van gebrek aan historisch besef.
Uit het gedrag van de N.Z.H. blijkt, dat het bezi
gen van twee namen voor twee in karakter
geheel verschillende stadsdelen heel duidelijk en
dus zeer praktisch is. Dat is in het belang van het
reizend publiek. Het ware te wensen dat de
N.Z.H. het been maar stijf zou houden en de
naam Drooghe Weert zou blijven voeren. En
evenzeer ware het te wensen dat alle leden van
de Helderse Historische Vereniging het droevige
besluit van de gemeenteraad om de éénmaal
door hemzelf gekozen naam Drooghe Weert te
laten vallen, zouden boycotten. Onhistorisch
gedrag dient niet gehonoreerd te worden. Daar
past alleen burgerlijke ongehoorzaamheid!
J.K. SCHENDELAAR
gepensioneerd hoofd algemene zaken ter
gemeentesecretarie van Den Helder.
Noten
1) De volksnaam "Jeruzalem" voor het westelijk
deel van Nieuw Den Helder, vooral ingegeven door
de betonnen Airey-woningen, de eerste die er wer
den gebouwd, is nog slechter en moet zo snel moge
lijk vergeten worden.
2) Ik varieer hier een uitspraak van de Lutherse kerk
historicus prof. dr. W.J. Kooiman: "Een kerk die haar
historie vergeet, is niet waard kerk te heten".
3) Dit stedebouwkundig uitgangspunt is in de hand
gewerkt door de aanwezigheid van de linie en de for
ten met het schootsveld en de ravelijnen, een geheel
dat als monument bewaard moet blijven en dat voor
kwam dat nieuwe woonwijken ongeleed aan de stad
binnen de linie vastgeplakt konden worden: één
ongeordende huizenmassa. Dat is Den Helder
bespaard. Maar nu is de verleiding natuurlijk groot
die groene longen alsnog vol te bouwen, vooral bij
tekorten in de gemeentekas. Bouwgrond brengt geld
in het laatje.
De groene longen staan dan ook voortdurend aan
aanvallen bloot: eerder zijn die afgeslagen voor de
Huisduinerpolder (woningbouw), tussen Oud Den
Helder en Erfprins (woningbouw), aan de Duinweg
(flats aan de Molensloot), aan de noordkant van de
Waddenzeestraat (een wijkje bijzondere woningty
pen) - het is maar een greep - en nu wil zelfs de
PvdA villabouw toestaan aan Het Nieuwland in de
groene long tussen ijsbaan en zwembad (sinds wan
neer is deze partij begaan met de welgestelden?) en
is er sprake van woningbouw in groenstroken in De
Schooten.
Nog afgescheiden van een juist bouwkundig uit
gangspunt: het gaat om schaars en nog schaarser
wordend groen!
Want... is er ooit wel eens vervangend groen geko
men voor het gesloopte Julianapark in het stadscen
trum, en denkt nog wel één gemeenteraadslid aan de
belofte om bij ontruiming van het terrein van
Houthandel Vinken ter plaatse een stadspark aan te
leggen ter compensatie van het ontbrekende groen in
de steenwoestijnen van Visbuurt en Sluisdijkwijk?
De ijver om elke open plek in de binnenstad vol te
bouwen, beneemt een mens de adem. Bij gebrek aan
enig groen, inderdaad!
En ook hier is sprake van gebrek aan historisch
besef: het gaat om recente stedebouwkundige histo
rie...
4) In tegenstelling tot het door de schrijver gestelde
past de naam "De Vijf Hoeven" wel in het in de
Drooghe Weert gehanteerde namenpatroon. De
naam stamt uit de beginjaren der XlXe eeuw toen
het Domein hier evenveel hoeven in pacht had uitge
geven" zie "Het Koegras" door Mr. J. Belonje blz.
10 en 29.