STORM AAN HET MARSDIEP 85 Een januarimaand zonder winter geeft zoals we allen weten meestentijds storm en regen aan de kusten van de Noordzee. De toegang naar het Nieuwediep was dan vol gevaren en menig schip raakte in moeilijkheden op de Razende Bol om daar na korte tijd uit elkaar te worden geslagen. De heer Ger van der Burg uit Alkmaar zond ons onderstaand bericht uit "'t Vliegend Blaadje": schipper; R Spil, J. Minneboo, S. Minneboo, Jos Minneboo, O. Abrahamsen, H. Kuiper, S. Kui per, C. Prins, J. Grimijzer en C. Klaassen. Op woensdagavond van de 28 januari 1885 omstreeks 5 uur strandde op de Razende Bol de Engelse bark "Chepica", kapitein Rhode, komende met een lading roodhout van Haïti en bestemd naar Hamburg. Zodra de stranding alhier bekend was geworden, werd de sleepboot "Stad Amsterdam" van rede rij Paul van Vlissingen onverwijld in gereedheid gebracht en na korte tijd stoomde deze met de meeste spoed naar de strandingsplaats, de red dingboot op sleeptouw hebbende, om te trachten de equipage van het in nood verkerende schip te redden. Ter bestemder plaatse aangekomen, kwam men evenwel tot de ontdekking dat de opvarenden reeds waren gered door de bemanning van de in de nabijheid kruisende loodskotter No. 12 onder schipper Boon. De kapitein en de stuurman hadden echter geweigerd het schip te verlaten voordat de red dingboot hulp zou verlenen. Zij werden dan ook in de boot opgenomen en aan boord van de "Stad Amsterdam" overgebracht. Alle schip breukelingen, 12 in getal, kwamen behouden in het Nieuwediep aan. Het schip was, toen het verlaten werd, reeds zwaar lek, had 7 voet water in het ruim en de grote mast verloren. Thans zit het geheel onder water en men vreest dat van schip en lading weinig of niets geborgen zal kunnen worden. De reddingboot was bemand met C. de Roover, De Nieuwedieper loodsschoener no. 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 21