81 Het euvel is te vergelijken met het nadieselen van een benzinemotor, wanneer koolaanslag in de cilinder de verbranding onderhoudt. In zo'n geval is de motor tot bedaren te brengen door te ontkoppelen, de handrem aan te trekken, een versnelling in te schakelen en dan de koppeling langzaam te laten opkomen. DE "CHEMICA" In de eerste wereldoorlog werd het staal bijzon der schaars. In die tijd ontwikkelde men een betonsoort, waar je schepen van kon bouwen. Een schip van steen. Met de ervaringen met het hout, dat niet dreef en met de tweede duim, ver wonderde ik mij hier al niet meer over. Het schip zou als vismeelfabriek dienst gedaan hebben. Het kwam later op het Balgzand terecht, waar het bij een smokkelaffaire werd betrokken en ging tenslotte te gronde als doelwit voor de Marinevliegtuigen. Wat dit laatste betreft kan het ook zijn geweest, dat men het schip met behulp van explosieven onbruikbaar heeft gemaakt. DE MAST Van tijd tot tijd werden allerhande zaken uit de Groene Loods naar het terrein voor de loods gesleept. Dat waren korte en lange palen, van verschillende diktes, en voorts een hoop touw werk. Van de korte palen werden een aantal klusters in de grond geslagen. Tegen twee daar van kwam een A-vormig frame te rusten. Met vereende krachten werd dit overeind gezet, waarna touwen de verbinding tot stand brachten met een lange mast. Met het neerhalen van het A-frame kwam deze mast overeind. Als alles stond en voldoende geschoord was, werd de boel weer afgebroken en was de oefening ten einde. DE VISAFSLAG Weer een eindje verder, voorbij het oefenterrein bij de Groene Loods, stond de visafslag. Weinig herinneringen. Alleen de handkarren, die wer den door iemand, die een arm miste, opgehaald en bijéén gebracht. Zoals dat tegenwoordig met winkelwagentjes bij supermarkten gebeurt. Al leen beschikt men in de regel wel over twee armen. DE WERF VAN VISSER Op de visafslag volgde de werf van Visser. Ik herinner mij, dat je over het terrein kon fietsen en zo de reparatie van vissersschepen van nabij kon gadeslaan. Het meest opmerkelijke vond ik het in de vorm brengen van huidplanken door middel van een strovuur. Hier alweer zo'n won der voor de beginnende waarnemer. Je stookt een vuurtje onder een plank, maar die brandt niet, slaat zelfs nauwelijks zwart aan. HET GEHEIMZINNIGE HUIS Voorbij de werf stond de ruïne van een huis. Het was gedeeltelijk van hout, de deuren stonden open en de ramen waren kapot. Als ik 's avonds uit de stad hierlangs liep, zag ik de lichten van de Binnenhaven spookachtig door al die openin gen schijnen. Ik was blij dat ik er voorbij was. Waar het huis vroeger voor heeft gediend, weet ik niet. Wel herinner ik mij nog, dat het opeens - in overeenstemming met zijn uitstraling - geruis loos was verdwenen. HET GRINDHOK Achter het geheimzinnige huis lag het grindhok. Een hok dat een hok was, want het was een open omheinde rumte, waar de Rijkswaterstaat ver schillende bouwmaterialen (onder andere grind) opsloeg. DE SNELHEIDSMETER Aan de overkant van de haven, tegenover de Groene Loods, stonden bij de Leidam een twee- of drietal raamvormige bouwsels. Zij dienden om de mondingssnelheid van projectielen te meten. Dat ging aldus in zijn werk: een marine schip kwam voor de meetbaan te liggen. Het vuurde een projectiel door het met electriciteits- draad bespannen raam af. Doordat de stroom- doorgang werd onderbroken, kwam in het meet- huisje een staaf vrij van een ophangmagneet en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1992 | | pagina 17