TUSSEN RUITJE EN ANKERPARK
1925-1935
74
Met het geheugen is het zo gesteld, dat herinne
ringen langzamerhand vervagen. Aan de ene
kant is dat prettig, wanneer het vervelende zaken
betreft, maar aan de andere kant is het spijtig om
herinneringen kwijt te raken aan gebeurtenissen
of aan dingen, die wel de moeite van het herbe
leven waard zijn. Had ik maar een dagboek bij
gehouden. Maar daar ben ik pas in 1950 mee
begonnen en toen woonde ik al dertien jaar niet
meer in Den Helder. Van de tijd daarvoor en in
het bijzonder van de periode 1925 - 1935 staan
alleen nog maar een paar brokstukken in mijn
geheugen en vaak ook nog "wiebelig". Met het
etaleren van deze brokstukken hoop ik, dat
anderen bij het lezen misschien tot een "hé ja" of
een "ach da's waar ook" komen, daarmede een
stukje completerend van deze zo belangwekken
de historische legkaart uit die tijd.
TUSSEN KUIT JE EN ANKERPARK
Een merkwaardig stuk Den Helder, een eiland
zelfs! Immers als de beide (vroegere) spuislui-
zen, die bij Oostoever en die in de dijk nabij het
Ankerpark, open staan, is dat stuk geheel door
water omgeven en is het dus een eiland. Het
droeg ook het karakter - het isolement - van een
eiland. Weinigen kwamen er zomaar eens kijken
en dan waren ze meestal nog verdwaald ook. Er
kwam ook geen vuilnisman, wel een melkboer
en een bakker, maar weer geen groenteman.
Trouwens die groenteman zou maar heel weinig
aan de man kunnen brengen, want een ieder, uit
de buurt van het Kuitje, hield er een moestuin op
na. Zelf hadden we ook nog fruitbomen in de
tuin.
De naastbijzijnde brievenbus stond in het
Ankerpark. Vanuit het Kuitje even een brief op
de bus brengen kostte je lopende toch al gauw
een half uur. Met mijn ouders heb ik zeventien
jaar in het grote huis aan de koopvaardersschut
sluis gewoond. Van daaruit ben ik dat stuk
Buitenhaven duizenden malen langs gekomen.
Er moet dus wel een duidelijke indruk van die
omgeving in mijn geheugen zijn achtergebleven.
Wat dat omvat, wordt in het volgende verhaald.
Ik ben daarbij alleen op mijn geheugen afge
gaan, zonder die kennis met een bronnen-onder-
zoek uit te breiden.
HET KLEINE SLUISJE BIJ FORT OOST
OEVER
De Kleine Sluis ofwel de Sluis in het Nieuwe
Werk ofwel de Inundatiesluis, markeert de grens
tussen het Kuitje en het Nieuwediep.
Toen de Zuiderzee werd afgesloten en IJssel-
meer werd, verviel een groot waterbekken waar
in de vloed kon uitlopen. De resterende Wadden
zee liep bij vloed, door de verminderde opvang
capaciteit, nu veel sneller vol, wat een verhoging
van de waterstand meebracht. Ter wille van de
veiligheid achter de dijken moesten die dijken en
de daarin voorkomende kunstwerken (sluizen)
worden verhoogd. Dat gold ook voor het buiten-
hoofd van de Kleine Sluis. Er kwam een kistdam
rond buiten- en binnenhoofd, de natuurstenen
bekleding werd weggebroken, evenals het daar
onder liggende, aangetaste metselwerk. Dat laat
ste ging niet zo gemakkelijk.
Het zeker tweehonderd jaar oude metselwerk
bood meer weerstand dan vermoed. Er moesten
springstoffen aan te pas komen om het bovenste
deel van het metselwerk van het buitenhoofd te
verwijderen. Ik mocht bij die operatie zijn!
Ik zag hoe uit een blauw doosje gele staafjes (zo
van de afmetingen van een dikke batterij staaf) in
boorgaten werden geschoven. De laatste staaf
werd van een ontsteker voorzien. Vervolgens
werden de gaten afgedekt. Het terrein werd ont
ruimd en hooggespannen keek ik uit naar de din
gen, die zouden gaan komen. Ik had mij inge
steld op een daverende knal, een wolk van stof
en neerregenend puin. De spanning steeg ten top