Vaarwel Nieuwediep
40
Hieronder volgt het tweede het laatste gedeelte
van het artikel over de lotgevallen van de sche
pen der Koninklijke Marine, die zich bij het
uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de
Nederlandse wateren bevonden. Het eerste
gedeelte, waarin o.m. iets wordt verteld over
Hr. Ms. kruiser "Sumatra". de torpedobootja-
gers van de Admiralen-klasse en de sleepboot
"Amsterdam", werd geplaatst in het vorige
nummer van "Levend Verleden" (vierde jaar
gang nr.1, september 1991).
G- en Z-boten
Trouwe verschijningen in de Helderse haven
waren sedert lange jaren de watervlugge G- en
Z-boten.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog
waren van het G-type, dat uit 1914 dateerde,
alleen nog drie kanonneerboten in dienst. Van
het Z-type uit de jaren 1916-1920 resteerden er
nog vijf.
Hr. Ms. "G 13" en "G 15" waren actief voor de
kust en zagen elkaar nog even terug in Nieuwe
diep, alvorens op 14 mei 1940 naar Engeland
uit te wijken. De "G 16" lag in reparatie op de
Rijkswerf, viel in Duitse handen en werd na de
bevrijding in Kiel teruggevonden. Ze werd
teruggesleept naar de Rijkswerf en daar tot
drijvende schietschijf verbouwd.
Van de iets grotere Z-serie (ruim 61 meter lang,
waterverplaatsing 263 ton) lagen op 10 mei
1940 alleen Hr. Ms. "Z 6" en "Z 7" in Den
Helder, waar op 13 mei ook de "Z 5" binnen
liep. Ze weken tijdig uit naar Engeland, evenals
de "Z 8", die op de Vliestroom bij Terschelling
had gepatrouilleerd. De bij het IJsselmeer-
flottielje ingedeelde "Z 3" werd na de capitula
tie omhooggezet op de dam van het Krabbegat
voor Enkhuizen en in brand gestoken. Het
Hr. Ms. kruiser „Sumatra"die indirect tot de geallieerde overwinning in 1945 heeft bijgedragen
door tijdens de landingen in juni 1944 te worden gebruikt bij de aanleg van de z.g. Mulberry-haven
aan de Normandische kust.