59
Kaarten
De situatie van het landingsgebied is aangege
ven op een kaart van C.R.T. Krayenhoff, die
toen directeur van de Hollandse fortificatiën
was. Deze kaart geeft een redelijk betrouwbare
afbeelding van de duinen langs de Zanddijk.
Op een kaart van de Engelse admiraliteit, ver
vaardigd door George Ralf Collier, staan ook
de Koegrasschorren afgebeeld en daarop de
"oostelijke route" die Gilquin vanuit Den
Helder over het Buitenveld heeft genomen.
Het zou te ver voeren om het verloop van alle
krijgsverrichtingen in Hollands Noorderkwar
tier hier uiteen te zetten. Aanvankelijk drongen
de Engelsen en Russen steeds verder naar het
zuiden, maar na een treffen met de Bataafse en
Franse legers bij Castricum, op 6 oktober,
besloten eerstgenoemden tot capitulatie.
Somber beeld
De vooruitzichten waren inderdaad somber: de
dagen werden korter, kouder en natter. De
wegen waren onbegaanbaar en door de velden
kon eerder gevaren dan gelopen worden,
schreef de Engelse ooggetuige E. Walsh.
Bovendien zouden ze geen versterkingen meer
krijgen, terwijl ze in de gevechten van de afge
lopen weken negen a tienduizend man hadden
verloren. Aan de andere kant kreeg Brune
steeds meer troepen toegezonden. Om die rede
nen leek het gewenst geen aanval van Brune op
de slecht verdedigbare stellingen rond Alkmaar
af te wachten, maar terug te gaan tot achter de
sterke Zijpe-stelling.
Maar op deze terugtocht moest onvermijdelijk
een totale evacuatie volgen. Want het zou
onmogelijk zijn, binnen het beperkte gebied
van de Kop van Noord-Holland het leger te
voeden en onderdak te geven. Op 14 oktober
begonnen dan ook te Alkmaar de onderhande
lingen over een capitulatie, die op 18 oktober
werden geparafeerd en op de negentiende wer
den bekrachtigd. Op die dag ging een wapen
stilstand in.
Den Helder werd onbeschadigd teruggegeven.
De Anglo-Russen kregen tot 30 november
1799 gelegenheid tot embarkeren. Achtduizend
Franse en Bataafse krijgsgevangenen werden
uitgewisseld.
Roofzucht
Uit het dagboek van Kaan komt duidelijk naar
voren dat de landingslegers snel demoraliseer
den: "Den 13e (oktober) wierd er veel keyen,
schapen, vee uit de Zijpe naar het Buitenveld
(Koegras) weggevoerd. Eene Jakop Kikkert,
welke zijn koeyen niet goedwillig wilde over
geven, wierd door de Engelse dieven doodge
schoten en die in zijn huis niet alles wilde over
geven wierd met zijn bajonet daartoe (gedrijgt)
en genoodzaakt. "De vijanden wierden hoe lan
ger hoe astrander", verzuchtte hij een dag later.
Pieter Vilmer (Filmer) "huysman aan de Kleine
Keeten" werd vee en gerredsachap ontstolen
tot een waarde van f 17.000,-. Willem Zij
dewind van de hoeve "Vrede en Vrijheid",
Aarjen Brouwer uit het Ooghduynerhuis, Cor-
nelis Thomasz van de boerderij de "Schooten"
en Pieter van Breederode van "de Quelder-
kooy" en "de Garst" hadden soortgelijke erva
ringen.
Ooggetuige
Het is opvallend dat in het dagboek van Kaan
niets over het uiterlijk van het invasieleger
noch over de wijze van legering, voeding of
verzorging van gewonden en het begraven van
de gesneuvelden wordt gezegd.
Anderzijds vermeldt de Engelse arts Walsh zo
Op een kar worden na een gevecht de gesneu
velden afgevoerd: oktober 1799