gedachte object bij herbestemming van de
"oude" Rijkswerf "Willemsoord".
- Een delegatie van wethouder, gemeenteamb
tenaren en vertegenwoordigers van de
Stichting Nautische Monumenten, Stelling
Den Helder, Rijkswerf en onze vereniging
maakte in oktober jl. een tocht naar Chatham
om aldaar het "history dockyard" te bezichti
gen en ideeën en gegevens op te doen voor
een soortgelijk project op het oude
Rijkswerfterrein in Den Helder.
Het was 10 juli 1918. De grote stenen gedenk-
bank aan de Buitenhaven was zojuist door de
Vereniging "Onze Vloot" overgedragen aan de
Marine.
Na de plechtigheid nam een jonge weduwe
even plaats op de bank, scherp stak haar zwarte
figuurtje af tegen de grijze achtergrond van
muschelkalksteen, waarin de heldendaad van
haar man gegrift stond: Even streelde de wedu
we, in gedachten verzonken, de stenen bank,
die de nagedachtenis van haar man eerde.
Mooie woorden waren gesproken. In velerlei
toonaarden werd bewondering geuit voor zijn
edelmoedige daad van zelfopoffering. Ook was
er gesproken over het zware verlies dat ze gele
den had. Maar alleen zij wist hoe zwaar dit was
en alleen zij moest dit haar hele leven met zich
mee dragen. "Als hij nu eens niet die drenke
ling nagesprongen was, dan zou ze nu geen
weduwe van een held geweest zijn, maar de
vrolijke echtgenote van een waardevolle man
die haar liefhad."
Maar nee, zo mocht ze niet denken. Ze wist dat
hij met zijn onstuimig, moedig karakter nooit
werkeloos had kunnen toezien hoe iemand ver
dronk. Langzaam maakte ze zich los van de
bank en liep naar het zwijgende, stemmig ge
klede gezelschap. Voor haar ging het leven ver
der.
Op 4 oktober verliet Hr. Ms. Pangrango het
Nieuwediep voor een normale kruisreis. Het
was een kleine, laag op het water liggende vis-
torpedeboot, het schip was in 1900 te London
gebouwd en behoorde tot de "Ophir-klasse", de
eerste marineschepen die torpedo's konden lan
ceren.
Het "Marineblad" van oktober 1917 schrijft
over die reis: "Het was stormachtig weer; bui
ten gekomen, in de oversteek tussen Westgat en
Schulpengat, begon er zelfs zoveel zee te staan,
dat de commandant ltz. 2 oc Le Rutte met zijn
toegevoegd officier ltz 2 J.A. de Jongh overleg
de, of het niet raadzaam was terug te keren.
Terwijl men hierover nog in twijfel is, bereikt
de kreet "man over boord" de brug waar beide
officieren zich bevinden. De Jongh ijlt naar het
achterschip, waar de drenkeling, een land-
stormplichtig torpedist, buiten boord is geraakt.
Het is het werk van een ogenblik om de machi
ne vol achteruit te doen slaan en een reddings
boei toe te werpen. In spanning ziet men enige
ogenblikken toe of het gelukken zal den man
behouden binnen boord te krijgen.
De boot wordt door wind en zee dwars wegge-
P,J.F. VAN DER POL
BRAKKEVELDWEG 94
1782 AK DEN HELDER
De luitenant ter zee J.A. de Jongh bank
bij het Helderse Marinemuseum.
53
Het lichtschip „Texel" ontredderd op de
Hondshossche Zeewering