51 Als er weer eens een krammetje op het doek was geschoten (met elastiek), loofde Piet van Twisk een vorstelijke beloning uit van een maand gratis bioscoop voor degene die de dader(s) aanbracht. Of dat ooit geholpen heeft, weet ik niet. Wel waren we er van overtuigd dat als de dader gevonden werd, hij vermoedelijk door Piet Dortmundt persoonlijk gevierendeeld zou wor den (of zo iets). Het schilderswerk van de reclameborden, met aanmoedigende teksten als "lachen, brullen, gieren" of "overweldigende sensatie" werd verzorgd door Frans "Fjans" Neyts, een ware kunstenaar die alles los uit het handje tekende en schilderde, maar ook de spelfouten niet schuwde, tot groot vermaak van de bevolking. "Geeft niks", zei Van Twisk, "dan weten ze ook welke films er worden gedraaid", en zo was het. Tonnenstelsel Die onvergetelijke "Tivoli". Ver voor de oorlog was het sanitair daar natuurlijk niet van uitzon derlijk hoog gehalte. In die tijd van het z.g. "tonnenstelsel" werden in het "Tivolitheater de volle emmers afgevoerd via een luik in de zij kant van het gebouw in de Vlamingstraat. De lieve jeugd had dit met dichtgeknepen neus jes met grote belangstelling gevolgd en kwam op het schitterende idee, 's avonds tijdens de pauze van de voorstelling het luik te openen en "op goed geluk" een pan met water naar binnen te smijten. Aan de "spontane reactie van boven" was merkbaar dat de worp naar boven naar behoren was uitgevoerd. Toch was de "Tivoli" niet naar ieders zin. Een groepje mensen demonstreerde regelmatig om principiële redenen bij de ingang, tegen films die volgens hen "uitvindingen van de duivel" waren en men probeerde de bezoekers over te halen niet naar binnen te gaan. Piet van Twisk had er schoon genoeg van en liet een draaiorgel ophijsen naar het balkon van zijn huis boven "Tivoli" en huurde er de beken de orgeldraaier De Wolf bij. De demonstranten moesten het in geluidsvolume volkomen tegen het orgel afleggen. Uiteindelijk werd de affaire met een kop koffie en veel goede woorden in der minne geschikt. Uit in "Rialto" En dan het "Rialto"-theater, de parel onder de Helderse bioscopen, door een groep zakenlie den gesticht, maar spoedig overgenomen door Piet van Twisk. Als ik me niet vergis, werd de bioscoop geopend met de spektakelfilm "De Bengaalse Lanciers". In "Rialto" wasje echt uit, zittend in het pluche in de prachtige zaal met een even mooie loge en een ruim balkon. In het begin werden er op één avond twee hoofdfilms vertoond met jour naals en bijfilms en dat alles voor een paar kwartjes. In de pauze werd voorzichtig een chocolade-ijsje geconsumeerd. Tijdens de oorlog werd de bioscoop door een bom getroffen en brandde tot de grond toe af. Als ik in een oude agenda van het jaar 1939 blader, pluk ik er wat films uit die toen in de Helderse bioscopen werden vertoond: Honderd mannen en een meisje (met Deanna Durbin), Mr. Moto, de bekende Japanse detec tive (Peter Lorre), Barones en Butler, Letter of Introduction, Emile Zola, If I were a King, Gunga Din, Parijse ondeugd (waarbij we nu in slaap zouden vallen) en nog veel meer. Van de bioscopen van vroeger is alleen de "Witte" nog overgebleven en ik dacht dat die niet eens meer zo heette. Het opmerkelijke voorkomen van het gebouw is verdwenen zoals er zoveel verdwenen is, maar zo gaat dat nu eenmaal. Zouden ze na afloop van de film nog steeds ergens een kroket, een bal gehakt of een slaatje verorberen? Bij Konijn in de Spoorstraat, weet je nog wel? (Overgenomen uit "Anno 1943"). Rijswijk, november 1990.Harry

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 19