de roffelende pianoklanken veroorzaakt door
mijn buurman Gerrit Veenstra uit de
Middenstraat, die altijd feilloos de meest
treffende en meeslepende samenklanken wist
te vinden, passend bij de vertoonde beelden.
Wat was ik soms jaloers op mijn broer Louis,
die af en toe voor niks met Gerrit meemocht,
zogenaamd om de bladzijden van de muziek
om te slaan.
Eén van mijn favoriete cowboyhelden was
Tom Mix, een alom bekende knappe, onver
schrokken ruiter met witte hoed, steeds smette
loos gekleed in een nieuw fris geruit overhemd
en uiteraard dag en nacht "clean-shaven", die
op zijn sneeuwblanke wonderpaard Tony, dat
geheel onnodig met zijn poot kon tellen, naar
een onduidelijk doel op de prairie draafde.
Soms was Tom ook in de "saloon" te vinden
met de onmisbare klapdeurtjes, waar hij
gewoon was zijn glaasje prik te drinken en dan
aan de beeldschone juffrouw aan de bar vroeg
hoe het met haar ging.
Natuurlijk waren er de boeven ter onderschei
ding met snorren en zwarte hoeden, die evenals
Tom Mix maar weinig te doen hadden en alles
in het werk stelden om mijn held met (onhoor
bare) revolverknallen van het leven te beroven,
maar Tom ging dan om het gekogelte te ont
wijken, even losjes onder zijn voortsnellende
paard hangen dat hem bemoedigend toehinnik-
te.
Het eind van het verhaal was dat hij, nog altijd
onberispelijk geruit en nog even gladgescho
ren, als overwinnaar de lieve knappe maagd
van de bar in zijn soepele sterke armen sloot en
dat was dan ook het ogenblik dat de zaal afge
broken dreigde te worden van opwinding. Als
even later fluks en ontnuchterend het licht aan
ging, was iedereen weer bij zijn positieven.
Voor mij stond één ding vast: Ik moest cowboy
worden, natuurlijk wel na een gedegen voorop
leiding door Tom Mix. "Later goed je best doen
op school" zei m'n moeder, "want hij spreekt
Engels" en dat was een verwarrende gedachte.
Dat Tom Mix voor mij Nederlands zou gaan
leren, leek mij onhaalbaar.
Uit het feit dat ik in Rijswijk woon, blijkt al dat
het een en ander niet is doorgegaan.
Avontuur
Het is één keer gebeurd dat ik de afloop van de
film niet heb meegemaakt. Ter gelegenheid van
mijn verjaardag hadden mijn vriendje en ik van
mijn moeder ieder een dubbeltje gekregen om
de "Scala" met een bezoek te vereren. We heb
ben toen het krankzinnige plan opgevat om tij
dens de duisternis van de film, vanuit de zaal
de loge in te klimmen, een avontuur dat tot
mislukken gedoemd was.
Toen we met zijn tweeën over de railing tussen
hemel en aarde zweefden, brak plotseling de
film af (wat zo vaak gebeurde) en ging het licht
aan. Onervaren als we waren, namen we
onmiddellijk de enige onjuiste beslissing en
lieten ons inde lege wereld van de loge zakken.
Schichtig achterom kijkend wisten we al dat
het noodlot had toegeslagen en wel in de vorm
van een dreigend naderende suppoost. We wer
den hardhandig in onze kraagjes gevat en bui
ten op de stoep gezet, waarna we voor ons
leven hebben gerend na het "vonnis" dat de
politie gewaarschuwd zou worden.
Die "Scala" toch. In een film met een schone
jonge dame in het bad, kwam de eerste rij op de
gedachte op de stoelen te gaan staan om te ont
waren wat er zoal in het sop gaande was. Het
voorbeeld werd door de hele bioscoop juichend
gevolgd. Nadat het licht was aangegaan en er
gedreigd werd met ontruiming van de zaal,
keerde de rust enigszins weer.
Tot ons groot verdriet werd de "Scala", voor
ons een droomwereld, gesloten. Tot de afbraak
in de oorlog diende het pand als pakhuis, waar
op nog flauw de letters "SCALA" waren te
lezen.
De „Witte"
De "Witte" in de Koningstraat, evenals de
"Scala" in handen van een mijnheer Kuiper,
was een markant hoog gebouw. Er bestond een
vernuftig systeem, waarbij je met een kaartje
van de avondvoorstelling in de "Scala" op