44 gens en 227 meisjes, er vestigden zich 305 mannen en 351 vrouwen. De sterfte was 124 mannen en 99 vrouwen (eigenlijk vooral jonge tjes en meisjes want de kindersterfte was toen heel hoog) en er vertrokken 240 mannen en 301 vrouwen. Den Helder kende dus zowel een geboorten- als een vestigingsoverschot. PROVINCIAAL BESTUUR Provinciale Staten van Noord-Holland telden 72 leden, waarvan er drie afgevaardigd werden uit het kiesdistrict Helder, bestaande uit de onderkiesdistricten den Helder, Terschelling, Texel (inclusief Vlieland). Het district telde 620 kiezers, zijnde gegoede mannen. GEMEENTEBESTUUR Op 29 juni 1851 werd de Gemeentewet, naar ontwerp van Thorbecke, ingevoerd. Bij de nieuwe Grondwet van 1848 was zulks bepaald. Voortaan mochten de kiesgerechtigde ingezete nen, dat wil zeggen mannen van 23 jaar en ouder uit de (enigszins) gegoede kring, uit hun midden rechtstreeks de leden van de gemeente raad kiezen. Voordien (sinds 1825) werden de raadsleden in plattelandsgemeenten door de Provinciale Staten voor 6 jaar benoemd. De raadsvergaderingen waren tot 1851 niet open baar (Sikkes en Zadel, Beknopt leerboek voor het Gemeenterecht, Alphen aan den Rijn 1946). Helder was een plattelandsgemeente, hoewel in deze provincie alleen Amsterdam en Haarlem meer inwoners hadden. De Noord hollandse steden waren toendertijd Alkmaar, Amsterdam, Edam, Enkhuizen, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Monnikendam, Purmer- end, Weesp en Zaandam. Daar werden raadsle den voor 1851 vóór het leven benoemd. Deze gemeente had 494 kiesgerechtigen, waar van er 373 aan de eerste en 350 aan de herstem ming voor de eerste gekozen gemeenteraad deelnamen. Vijftien raadsleden dienden geko zen te worden, wat dus in twee keer lukte; zes van de zeven leden van de oude benoemde raad werden overigens herkozen. De zittende burge meester Mr. S.H. Lette kreeg 201 stemmen - de combinatie raadslid-burgemeester was toen heel normaal. Als wethouder werd gekozen C. Bakker Bz., de andere post was en bleef vacant. De nieuwe raad vaardigde al snel twee verordeningen uit: 1) keur tegen het schieten met snaphanen, pis tolen of ander schietgeweer en 2) verordening houdende wijziging van het reglement op het schoon en zuiver houden der straten. GEMEENTEFINANCIEN De gemeentelijke inkomsten werden vooral verkregen uit belastingen; Helder kende in tegenstelling tot vrijwel alle andere gemeenten geen hoofdelijke omslag (directe belastingen op de getoonde welstand), maar wel indirecte, de zogenoemde accijnsen op verbruiksartike- len, zoals levensmiddelen en brandstof. Een soort BTW dus eigenlijk, die zwaar drukte op mensen met een smalle beurs. Mr. S.H. Lette, burgemeester van Den Helder van 17 september 1850 tot 29 mei 1852

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 12