11 jd - wat er aan- de wal. aan het Ie arge- anderi- Ierland jkeling ige tijd n aan- 1 het re redde sn niet waren, vorden dagen ;n wei- i ander uit de e vloer i hand. in de chaos na een ot buit ar één d over- enhart, m met in heel ilijk te ndvon- was in toeëi- dieven In de larelV )t in de ef ech ter een gestrand schip een goed zonder eigenaar. Aan de Hollandse kusten trachtten de Staten van Holland en West-Friesland orde op zaken te stellen, door eerst maar eens een commissie te benoemen onder leiding van procureur-generaal IJsbrand 't Hoen. Reeds na luttele maanden, op 13 oktober 1768, rapporteerde de commissie, dat "de stranden dezer provincie een zeer slech te reputatie hebben". Roverijen, excessen en onbehoorlijkheden zijn nog kwalijker dan bij "vele woeste volkeren". Frans Naerebout Maar de beschaving is blijkbaar niet te keren. Dat heeft de goede Frans Naerebout (1748- 1818) tot heil der schipbreukelingen overtui gend aangetoond. Deze Zeeuwse loods stapte met zijn broer Jacob en zes andere Zeeuwen op 24 augustus 1779 in een zeilboot om hulp te bieden aan het VOC-schip "Woestduyn", dat bij Domburg op een zandbank was gelopen. Na een tocht van twaalf uur liep de zeilboot met 71 geredden van de "Woestduyn" aan boord behouden de haven van Vlissingen binnen. Nog geen halve eeuw later, op 14 oktober 1824, sloeg de zee wel buitengewoon hard toe. Voor de Hollandse kust vergingen in één nacht veer tien schepen. Het fregat "De Vreede" bij Huisduinen, "De Drie Gezusters" bij Scheve- ningen, "De Industrie" en "De Jonge Hendrik" bij Callantsoog, de "Pallas" bij De Koog, de "Koning David" op de Eierlandse Gronden, evenals de "Christoffel Jacobus" en de "Emilia Johanna", terwijl vier vrachtscheepjes wrak sloegen op de Vliehors en twee tjalken benoor den Texel verloren gingen. Een babylijkje spoelde aan op het Texelse strand. Fregat "De Vreede" De stranding van het fregat "De Vreede" heeft op een bijzondere manier geschiedenis gemaakt. Zeven dappere Huisduiners waagden zich met een sloep in de branding om "De Vreede" hulp te bieden. Ze verspeelden enkele riemen en werden teruggeslagen. Arien Kramer en Cornelis Zuydewind keerden naar Huisduinen terug om nieuwe riemen te halen, bonden deze aan de staarten van hun paarden en draafden ermee naar de sloep, waar inmiddels drie uitgeputte redders door anderen waren ver vangen. Weer ging de sloep de branding in. Met elf schipbreukelingen van het gestrande fregat keerde zij terug. Een derde tocht naar het wrak was nodig om de kapitein, de schipper en de bootsman, die nog aan boord waren achterge bleven, in veiligheid te brengen. De sloep werd op de terugweg naar de kust gegrepen door een grondzee. Arien Kramer en zijn kameraden, met de drie geredden, werden verzwolgen door het wild schuimende water. Alleen Reindert Willemsz. Kruk ontsnapte als door een wonder Het station Den Helder van de Reddingmaat schappij kreeg in 1866 de beschikking over deze zelfrichtende roeiredding- boot, waarvoor bij het Ankerpark een boothuis werd gebouwd. m

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 11