Zee blijft heersen over Haaksgronden "May-day, may-day, may-day!" Bloedstollend kan deze kreet-om-hulp door de ether klinken. Veel directer nog dan het aloude S.O.S., de Morse-afkorting van de beschaafde hulproep "Save our souls". Daar komt eerder een ziele- herder op af dan een mensenredder. Stakellichten, vlaggeseinen, kanonschoten en armsignalen konden het hulpgeroep van weleer versterken binnen het bereik van oog en oor. De radio-telegrafischee installaties, waarmee de meeste zeeschepen tegenwoordig automatisch op alarmsignalen reageren, zijn ongetwijfeld het meest effectief, vooral in volle zee. Maar de kreet "May-day"vermoedelijk een verbaste ring van het Franse m'aider blijft tot de ver beelding spreken. Het kustvolk in de kop van Noord-Holland krijgt al sinds mensenheugenis de kriebels, als de Haaksgronden ter sprake komen. Op de Haaksgronden is de zee op een verschrikkelijke manier de baas, vooral als het donker is, de don der rommelt, bliksemschichten het oog verblin den en de noordwester komt aanrazen over de Noordzee. Dat is van oudsher de mise-en-scène van scheepsrampen, die het meest dramatisch zijn wanneer zeekastelen als de "Titanic" of de "Lusitania" naar de kelder gaan, of juist wan neer nietige notedopjes door het zeegeweld worden vermorzeld. In het geval van Jona kon de woedende zee worden gekalmeerd door de onheilsprofeet overboord te werpen. De bijbel verhaalt ook, hoe het scheepje waarmee de apostel Paulus naar Rome reisde, schipbreuk leed bij Malta. Vuur aan de wal Als een betrouwbaar verslaggever heeft deze apostel de eerste indrukken, die hij op het veili ge strand van Malta opdeed, op papier gezet. "De inlanders bewezen ons buitengewone menslievenheid, want zij staken een groot vuur aan en haalden er ons allen bij, om de dreigende regen en om de koude," zo begint Paulus zijn relaas. In andere verhalen, die zich - ook in de tijd - wat dichter bij huis afspelen, wordt op minder aan gename toon gesproken over vuren aan de wal. Soms heeft het landvolk zich bezondigd aan het ontsteken van misleidende vuren, teneinde arge loze zeelieden naar de rotsachtige (of zanderi ge....jkust te lokken. Aan de kusten van Ierland en Comwall schijnt menige schipbreukeling meer dan schandelijk te zijn behandeld. Ook aan de Nederlandse kust is het lange tijd gewoonterecht geweest, dat al hetgeen aan spoelde schipbreukelingen inbegrepen het eigendom werd van vinder of berger. Geredde zeelieden (ook op "onze" kust?) werden niet zelden als slaaf verkocht. Als er te veel waren, moesten ze maar een kopje kleiner worden gemaakt. Volgens de moraal van die dagen waren zulke kerels, die de zee trotseerden wei nig meer waard dan gevangenisboeven en ander gespuis. Het waren trouwens vaak kerels uit de bajes. Je kon ze maar beter niet over de vloer krijgen. Moord en roof gingen hand in hand. Illegale vreemdelingen "avant la lettre"? Eén levend wezen De Engelse koning Hendrik II heeft in de twaalfde eeuw getracht enige orde in de chaos te scheppen. Hij verordonneerde, dat na een schipbreuk niets van schip of lading tot buit mocht worden verklaard als ook maar één levend wezen (mens of dier) de ramp had over leefd. Het hielp maar weinig. Richard Leeuwenhart, zoon en opvolger van Hendrik II, kwam met strengere bepalingen, maar het kustvolk in heel West-Europa bleek de oude moraal moeilijk te kunnen verloochenen. Keizer Karei V was de eerste die de strandvon derij in ons land op papier regelde. Dat was in 1529. Degenen die zich strandgoederen toeei genden, moesten worden beschouwd als dieven en dienovereenkomstig worden vervolgd. In de zeventiende eeuw zijn de plakkaten van Karei V enkele malen vernieuwd en aangevuld. Tot in de tweede helft van de achttiende eeuw bleef ech-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 10