104 HAND OF HUISMERKEN Wanneer men in een stad of dorp een van onze oude kerken binnenloopt, vindt men daar veelal de vloer geplaveid met hardstenen grafzerken. Beziet men deze nader, dan ontdekt men naast de gebruikelijke opschriften op een aantal van die zerken eigenaardige tekens, veelal samengesteld uit rechte lijnen. Bij een wandeling over het oudste gedeelte van de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan nabij Huisduinen valt het de geïnteresseerde bezoeker op, dat dezelfde soort figuren ook hier, en dan meestal in het hoofd van de grafsteen, voorkomen. Uit het feit dat men dergelijke grafzerken overal in ons land kan aantreffen, blijkt dat het gebruik van deze tekens algemeen gebruikelijk is geweest. De gangbare naam voor deze tekens of merken is "huismerken" of "handmerken". Ik zeg "geweest", omdat het gebruik verdwenen is. Toch is het gebruik eenmaal zeer algemeen ge weest en beperkte het zich niet alleen tot grafstenen. PERSOONLIJK KARAKTER Deze hand- of huismerken dienden als een persoonlijk kenteken en hadden een algemeen erkende betekenis. Ze werden gebruikt als eigendomsaanduiding op koopmansgoederen, zoals zakken erw ten en bonen, balen wol, haringvaatjes enz. Goud- en zilversmeden gebruikten hun handmerk dik wijls naast het voorgeschreven keurmerk op hun produkten. Ook steenhouwers voerden meestertekens en men kan hun merk terugvinden aan de gedeelten van oude gebouwen, die in natuursteen zijn uitgevoerd. Ten slotte werden de hand- of huismerken ge bezigd als ondertekening van notariële of voor schout en/of schepenen opgemaakte akten waarmee de comparanten hun verklaringen bekrachtigden in plaats van met hun handtekening. In hun verschillende verschijningsvormen werden de hand- of huismerken van de dertiende tot het einde van de achttiende eeuw gebruikt en niet alleen in ons land, maar in geheel Noordwest- Europa. ERFRECHT Aanvankelijk zal er een soort erfrecht hebben bestaan, waardoor een oudste zoon recht A had op zijn vaders merk, terwijl jongere zonen of afstammelingen varianten of toe voegingen aanbrachten. Uit het hier ter plaatse aanwezige materiaal is dit niet meer aantoonbaar, maar toch komen er nog wel opmerkelijke overeenkomsten voor. Dit zien we bijvoorbeeld bij de familie Cadt. Claes Fransz Cadt kocht op 20 januari 1688 van k Maarten Duynkercker een half huis, staande op de zeekant van de Helder en bevestigde deze koop voor schout en schepenen met handmerk (a). Een jaar later verkocht Pieter Jansz Cadt op Huisduinen een stukje Coogland van 20 roeden aan zijn buurman Haycom Jacobsz Camp en zette in het transportregister een bijna identiek handmerk. Uit de Zijpe vestigde zich Rens Aerjensz Kuyte, die in 1655 een herberg begon tussen Helder en het Nieuwediep, die tot een druk beklante zaak uitgroeide en door zijn zoon Pieter Rensz Kuyte en daarna door zijn kleinzoon Cornelis Pietersz Korff werd voortgezet. Als in februari 1692 Oolef Pietersz Kuyte overlijdt, wordt hij te Huisduinen begraven. Zijn nog aanwezige grafsteen vertoont een handmerk, waarin een "vier" als grondvorm voorkomt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 8