waar ik veertien jaar lang ingezetene van was (1938 - 1952). De stad. gelegen op drieënvijftig graden Noorderbreedte. De stem van het klotsend water tegen de dijk of het geluid van de nimmer aflatende wind, vaak aanwakkerend tot storm of orkaankracht. De vuurtoren, het Kuitje, de Razende Bol en het Marsdiep; typische kenmerken voor Noordhollands noordpunt. Je jeugdjaren uit die bewogen oorlogsjaren staan dan ook voor altijd in je geheugen gegrift. Met de nodige interesse en zeer geboeid heb ik de verhalen gelezen in "Levend Verleden". En opeens realiseerde ik mij een voorval dat zich afspeelde tijdens dat "hoogst merkwaardige" bombardement in de nacht van 24 en 25 juni 1940. Veel (oud-) Jutters zullen die verschrikkelijke nacht nimmer vergeten! Anthony van Kampen schreef in zijn "De burgers van Den Helder" in alle toonaarden over het oorlogsleed uit die tijd en met name over die beruchte nacht. Hij noemt dit de "Moord over Den Helder". Hierbij dan het relaas van twee Helderse jongens die op hun manier getuige waren van die rampzalige gebeurtenis. Na de capitulatie op 10 mei 1940 functioneerde de Luchtbescherm ingsdienst nog. De Duitse weerwacht had kennelijk nog geen voldoende redenen gehad om die op te heffen en er was ook nog geen avondklok ingesteld. De padvinders van Den Helder konden vanaf hun zestiende jaar, met toestemming van hun ouders, hun diensten aanbieden ten behoeve van de Luchtbescherming. De padvinderij was nog niet verboden; landelijk eerst op 10 februari 1941. Op die bewuste avond van de 24e juni deden twee padvinders van Groep I (De Jutters), waaronder schrijver dezes, dienst in het gebouw van de Ambachtsschool op de Laan, officieel tot 22.00 uur. In mijn herinnering was het die avond warm weer met een heldere lucht. Op een gegeven ogenblik, zo tussen licht en donker, zagen wij opeens, zonder nu direct het geluid van vliegtuigen te horen, zoeklichten het hemelruim aftasten. We besloten om naar het dak van de school te gaan ten einde een beter overzicht te hebben. Daar aangekomen hoorden we nu ook vliegtuiggeronk en meer zoeklichten flitsten aan. Als witte spoken schoven al die lichtbundels door elkaar. Ook het afweergeschut begon, nog wel ver weg, te knetteren. Die lichtspoormunitie, geel, rood en wit van kleur, was griezelig en toch fascinerend om te zien. Plotseling naderden er vliegtuigen, zeven in getal, duidelijk waarneembaar tegen de heldere hemel, komende uit de richting van Huisduinen. Naar ons gevoel vlogen ze naar de Rijkswerf. En al die tijd stonden wij nog steeds op het dak! En toen gebeurde dat ONVERWACHTSE Een der vliegtuigen dook plotseling, bommen suisden naar beneden. Alles ging zo vlug in zijn werk en voor dat wij beseften wat er precies gebeurde.... een VOLTREFFER vlak bij de school. Achteraf bleek die inslag op de Laan te zijn geweest. Plat liggend, onze handen zoveel mogelijk beschermend boven ons hoofd houdend, werden we in een minimum van tijd bedekt met grind, gruis, stof en zand. Glasgerinkel, vallend gesteente, dat alles leek wel secondenwerk. Toen we een beetje van de ergste schrik waren bekomen, was onze eerste reactie, zo snel mogelijk van het dak af zien te komen. Tot onze grote ontzetting bleek dat het luik was dichtgeklapt en uit het lood geslagen. Verbijsterd keken we elkaar aan. Ondanks hulpgeroep bleek er op de Laan geen levend wezen te bekennen. Steeds maar het geluid van vliegtuigen te moeten aanhoren, het inslaan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 27