73 In onze jaarvergadering, gehouden op 24 september 1990, werden enkele vragen gesteld over het monumentenbeleid in de gemeente Den Helder. Naar aanleiding daarvan hebben wij de heer D. Reitsma, hoofd Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Den Helder, gevraagd om een nadere toelichting op de criteria die in Den Helder worden gehanteerd. Wij zeggen ing. H.D. Reitsma dank voor zijn overzicht, dat wij hieronder laten volgen. De te selecteren panden dienen over voldoende kwaliteit te beschikken om tot gemeentelijk monu ment te worden aangewezen. Deze kwaliteiten kunnen worden omschreven aan de hand van de vol gende criteria: 1) Architectuur-historische waarde: hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan de kwaliteit van de bouwstijl, de gevelcompositie en/of het materiaalgebruik. In Den Helder zijn diverse bouwstijlen toegepast, zoals de Amsterdamse School. Neo-classicis- tisch, Neo-gotisch, Romaans; zelfs "Moorse" invloeden zijn aanwijsbaar. Ook zijn er plaatselijke architecten geweest, zoals Krijnen e.a., die een eigen stijl hebben ont wikkeld. Tenslotte zijn er nog karakteristiek per buurt, zoals de "visserswoningen", de "arbeiderswoningen". 2) Oudheidkundige waarde: behalve de ouderdom wordt hieronder verstaan de cultureel-histori- sche en/of sociaal-economische waarde. Gekeken is naar een vroegere bestemming e.d. Den Helder heeft perioden van bloei en verval gekend (walvisvaart) (overstroming) (defensie) (afsluitdijk). De grachtengordel is hier nog een restant van. De karakteristieken hiervan zijn van monumentaal belang. 3) Stedebouwkundige waarde: hieronder wordt verstaan de betekenis van het pand, bezien vanuit de situering, als markering van het stadsbeeld en/of de waarde als ensemble. Mede is gekeken naar de eventuele verstoringen van de omgeving. Karakteristieken zijn hier o.a. de watertoren, standbeeld, carillon etc. Criteria voor het gemeentelijk monumentenbeleid.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 8