Christiaan Terpstra
53° N.B.
De in Den Helder geboren tekenaar Henri Pieck
legde zijn gevoelens bij het ontmoedigende
weerzien van het Havenplein neer in deze
crayontekening.
Daar aangekomen ontdekte onze kruidenier dat zijn broekzakken nog vol zaten met verboden zilver
geld: guldens en rijksdaalders. Hij vroeg toestemming eerst naar het toilet te mogen, klauterde op de
w.c.-bril en deponeerde zijn zilvergeld in de stortbak. De confrontatie met de Ortskommandant viel
mee, maar Van der Plaat moest wel onmiddellijk zijn handelwijze staken. Opgelucht liep onze krui
denier weer in de Gravenstraat, tot hij bedacht: m'n geld!
Hij snelde terug naar de Ortskommandantur en vroeg met een benauwd gezicht of hij alsjeblieft
even naar de w.c. mocht. Dat mocht. Van der Plaat klom weer op de w.c.-bril en viste zijn geld uit de
stortbak. Verzwaard, maar opgelucht verliet hij vervolgens voor de tweede maal het pand van de
Ortskommandant.
Ook de Joden....
Toen moesten ook de Joden de stad verlaten. We wisten toen nog niet waarheen. Ik zag Levy Grun-
wald voor het laatst. Wat had die veel geschreven, dikwijls onder zijn "nom de plume" Yvel Dlaw-
nurg. O, die Levy.... Als hij niet praatte dan schreef hij. Hij schrééf over de blauwe zeeridders in de
Oude Helder. Ja, hij was zélf de Oude Helder, net als Manus Beek en Mannheim, Van Praag, en Elte,
de banketbakker, die zo fantastisch kon goochelen. Ze hóórden erbij, ze hoorden bij Den Helder.
71
Samenstelling en inleiding
H.J. Brandsma en J.T. Bremer
Titelpagina van de bundel.
