70 Toen kwam de oorlog En toen kwam de oorlog. Vliegtuigen doken gierend omlaag, er vielen bommen op vliegkamp De Kooy en het afweergeschut ging erbarmelijk te keer. In de schuilkelder stonk heten na vijf dagen was het voorbij. Er kwamen bootjes van de Kriegs- marine en over de Ankerparkbrug sjouwde een eindeloze, ordeloze rij marinemensen, afgedankt.... weg! Wij moesten óók weg, metéén.... Piet Bas kwam ons halen met zijn paard-en-wagen, en terwijl die nog werd geladen, werd er wéér geschoten. Nu doken Engelse vliegtuigen omlaag op zoek naar 'n Duitse prooi. Het paard ging er vandoor, wild van angst, en toen 't eindelijk gepakt was, trilde 't over zijn hele lijf.... en de kar was kapot. Naastenliefde? Zo kwamen we dan aan de Zandvaart in Breezand en het was er onuitsprekelijk vervelend, maar we moesten blij zijn...., blij dat God ons gespaard had... en dat we nu bij aardige mensen woonden die ons wilden helpen.... Maar die mensen waren helemaal niet aardig. Ze wilden ons helemaal niet helpen, maar aan ons ver dienen. Alles was anders: het iandarbeidershuisje véél te klein voor twee gezinnen...., bruggetjes over sloten vol kroos en eindeloos kwakende kikkers...., een geteerde weg aan een met riet begroeide vaart met bruingeteerde houten elektriciteitspalen. Vol met spreeuwen. Terug naar huis Op woensdagmiddag liepen we naar de halte van het spoor, de halte Breezand. Soms zagen we men sen die we kenden: Heldersen die vertelden over bombardementen en afweergeschut. Over huizen in puin en overal moffen. Maar we wilden tóch terug. Want alles leek beter dan waar wij zaten en hoe gek 't mocht klinken - we gingen terug. M'n vader kreeg een baan bij de brandweer en daar was in die jaren genoeg te doen. Maar in Den Helder ging de uittocht pas goed beginnen en als je om je heen keek begréép je dat ook wel. Sluisdijkstraat, Spoorstraat, Kerkstraat, Wezenstraat...., waar je ook keek - overal bomtrechters en 't werd steeds erger.... Van der Plaat Voor mij begon de echte evacuatie met het vertrek van Cornelis van der Plaat, kruidenier in de Kei zerstraat. Die besloot te gaan, maar éérst zijn winkelwaren te verkopen tegen vóóroorlogs geld, zil vergeld, wat dacht je? Een lange rij mensen voor de winkel. De zaken gingen gesmeerd, totdat de Duitsers ingrepen, een paar levensgrote soldaten sommeerden "mittkommen" en daar ging Cornelis, méé naar de Ortskom- mandantur in het (gevorderde) gereformeerde bejaardenhuis in de Gravenstraat, schuin tegenover de Bethelkerk.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 5